woensdag 13 februari 2019

MAANDELIJKSE COLUMN VLISSINGSE BODE

De hoogste tijd om dit blog weer eens te activeren. Reden: een miljoenencontract met de plaatselijke krant dwingt me iedere maand iets over Vlissingen te schrijven. En voor iedereen die die krant niet krijgt of in Roodeschool woont, bij deze!

Omarm de liefde, omarm de stad!

De liefde is aanwezig;
ze hangt altijd in de lucht
als een meeuw, deinend op de wind.
De Boulevard is immer bezig
met hetgeen dat haar bemint
wie zoeken wil die vindt                        
een bevredigende zucht.

Poëtischer kan ik het niet samenvatten.  

Het mooie van het wonen aan de Boulevard is die niet-te-vermijden-liefde. Weer of geen weer, Valentijnsdag of iedere willekeurige dag: mijn dag wordt iedere keer weer gemaakt door de verrassende en ontroerende taferelen van zoenende en innig verstrengelde stellen. Mensen die genieten. De Duitse ouderen zijn het fanatiekst en ‘gymnastieken’ met lange armen en hun smartphone om de blauwe Begonia, Freesia of Magnolia toch nog zo groot mogelijk op hun selfie te krijgen. Samen met die kus. De jeugdigen gaan soms genadeloos te keer, zich niet realiserend dat een heel flatgebouw meegeniet. De paringsdans wordt af en toe aangekondigd met een prettige beatbox. Ja, ik word er altijd vrolijk van. En Frans, Michiel, Marthe, Blikje, de bruid en de man met de sigaret ook. Het is maar met welke ogen je Vlissingen beschouwt.

Vlissingen en de liefde. Jacobus Bellamy dichtte er eind 18e eeuw begeerlijk op los met koralen lipjes, bevallige rozenmonden en hemelnectar. Stop deze mooie woorden in een doosje, pak het vrolijk in en ziehier ons Valentijnscadeau. De waarheid die we eindelijk onder ogen mogen en moeten zien, werd in dezelfde tijd al door de in Vlissingen geboren Betje Wolff gedicteerd:

Wat, zoete meisje, deed u dus verandren?
Wat geeft u toch de stad? 'k versta er niets van.
Beminnen wij weer als voormaals elkandren


'k versta er niets van?
Ik begrijp er alles van! Ik begrijp wat de stad geeft, deze gekke stad Vlissingen.

Laten u, u en u en jullie allemaal de stad weer beminnen. Met het Scheldewater stroomt de liefde al binnen en voor je het weet, dein je mee op de wind. Als een toerist met lange armen richting de stad, lange armen waarmee je Vlissingen kunt omarmen: het Bellamypark waar de schrijvende helden glimlachend op ons neerkijken, en stiekem knipogen als we onze hernieuwde verwondering vertalen in een vreugdedans of prille zoen. De gepassioneerde ondernemers willen u met de liefde voor hun vak verleiden, geniet van het culinaire genot en eindig met die prachtige oranje gloed op de Boulevard.

Poëtischer kan ik het niet maken.

Ik heb makkelijk praten. Ik ben niet behept met spijt van verloren glorie, en ik kick niet op klagen. Alle liefs aan Vlissingen, de stad die mij heeft omarmd. Ik ben die stille aanbidder.