dinsdag 7 december 2021

Lofdicht aan de Oude Markt


Maar al te graag leg ik mijn oor te luister
op de vochtige koele klinkers:
ergens zijn gezelligheidsdrinkers,
geroezemoes in het schemerduister.

De klanken van het verleden krijgen een gezicht,
de krantenman brengt zijn nieuws op het papier
en bij Buurman tappen ze tegenwoordig bier.
Als de Oude Markt in het avondlicht  

zich opmaakt voor nieuwere tijden
en paardenhoef verandert in automobiel,
geniet men van toneel  Bestevaer Michiel
of van  Koperen Ko; hij begeleide

virtuoos zijn zang met bellen en accordeon.
En ondertussen is de weekmarkt  hier op zaterdag
de jaarlijkse aubade op Koninginnedag
en bij de Jong een swing in je avondjapon

Een wreed geluid haalt mij terug naar de realiteit
Vijf slagen vanaf de klokkentoren
laten genadeloos het heden horen.
Mijn oor, nog warm van nieuwsgierigheid

geeft door dat alles nu moet sluiten.
ik hoor de laatste een sleutel in het slot
helaas al weer het horeca- en winkel verbod.
Wie en wat is er nu nog buiten?


Een sterretjesregen maakt zich meester van het plein.
en een schim schrikt van zijn mobiele telefoon.
De flonkering van de kerstversiering als een refrein

in de lofzang voor  dit mooie stukje van Vlissingen
We snakken naar:  kan het weer gewoon?
De Oude Markt met haar heerlijke dingen.






 

dinsdag 9 november 2021

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal. 
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.


 Schatgraven op de Boulevard

November is in between. Weinig bijzonders, behalve dat ze de winter met een flinke duw naar voren schuift: de klok een uur terug, vroege zonsondergangen, lagere temperaturen. En zeker niet romantisch genoeg voor het decembergevoel. Toch weten zowel Vlissingers als de toeristen de Boulevard te vinden. Uitwaaien. De wind en golven trotseren.

Met de wind en golven laaien ook de discussies op mooi en lelijk. De grandeur van Grand Hotel les Bains, de wandelpier met paviljoen ter hoogte van de Leeuwentrap, het Strandhotel…  De Pier verdween bijna tegelijk met de aanleg van de twee bunkers die onlangs werden verwijderd. Ze lagen het nieuwe hotel Britannia in de weg. Die Brit die door menig Vlissinger nu al het gestrande cruiseschip wordt genoemd. De kapitein die zich in de vaargeul vergiste en Boulevard Evertsen ramde.

“Als kleine meisjes plukten we kreukels van de paalhoofden en kookten die in zeewater in een blikje op het vuur. Nooit gehoord van Pfas en ze smaakten prima. Ook vingen we krabbetjes die wel eens in de brievenbus van minder aardige buren werden gegooid”, vertelt Aagje. Ze groeide als kind op in Vlissingen, verhuisde naar ver, maar is regelmatig terug in het ouderlijk huis aan de Boulevard.  “Ja, die kreukels, wat waren die lekker!”

Over smaak valt niet te twisten.

De hongerige wandelaar kiest bij de kok van Solskin uit die woeste, kolkende november-Schelde: creuses op ijs of gegratineerd, platte oesters. 

Intussen loopt Ryan met zijn detector op het strand op zoek naar kostbare schatten.

Lia vertelt: “Mijn vader was loods, maar beunde er op zijn vrije dagen bij; kelner in het Strandhotel.” Mijn moeder noemde het werk bij de loodsen ‘vaste armoede’: een vast inkomen, maar met een groot gezin was het te weinig. De ochtend na zijn hotelwerk was het een wedstrijd wie van de kinderen het eerst op was om de gleuven in het bankstel te controleren. “Pa ging ‘s avonds met dat keurig nette pak naar het hotel en de fooien gingen los in de broekzak. Als hij ’s nachts thuiskwam en nog even ging zitten, gleden er soms wat muntjes tussen de kussens”. 

Ryan yan heeft niets bijzonders gevonden. “Enkel wat lipjes van blikjes. In de zomer komen er nog wel eens sleutels of sieraden naar boven”.

“Hadden ze het maar weer in oude staat gedaan, die gebouwen van vroeger zijn toch veel mooier? Dat was romantiek. En wat dacht je van die mooie pier die de Duitsers in de oorlog hebben afgebroken?” Een echte Vlissinger op het strand zwaait met zijn arm naar het gat waar binnenkort een nieuw hotel komt. “Nee, noem m’n naam maar niet. Er zijn er al zoveel die het niets vinden…” vult hij aan.

Over smaak valt niet te twisten.

Maar iedere wandelaar die wind, kou en storm trotseert, kan overal op de Boulevard terecht voor een lekkere koffie of warme chocolademelk. 

Geniet van deze momenten, de gastvrijheid van de horeca-ondernemers, het uitzicht, de schepen, de ondergaande zon. Over smaak valt niet twisten, maar de Boulevards zijn mooi! 

dinsdag 12 oktober 2021

“Kijk dan toch!” Jaqueline schatert bij het tonen van een zwartwit-foto van de prop- en propvolle etalage. Het heette toen nog Textielhuis Steketee. Ik zie degelijke shawls, even degelijke directoires, zakdoekjes, korsetten, tafellinnen, een peignoir, handdoeksets, een negligé te midden van plastic kinderpoppen en plastic bloemen. Het woord mode bestond nog niet.

 
Dat uitte zich later in de overkapping van de Lange Zelke, een nieuwe trend: in veel Nederlandse steden werden winkelcentra voorzien van glazen koepels en overkappingen. Jaqueline pakt een foto uit de jaren 60, waarin de Lange Zelke nog toegankelijk was voor verkeer. Zonder kap.

In dezelfde jaren verdwenen langzaam de klederdracht en de kap uit het dagelijks leven. De omschakeling van boerendracht naar burgerkleding was niet altijd vanzelfsprekend. Alexandra herinnert zich het beeld van een collecte: Het geld zat diep verstopt: diverse lagen lange rok gingen omhoog om bij het kleine beursje te kunnen komen. “Met het kapsel en het kleden waren de vrouwen zeker een uur bezig…”

Terwijl het straatbeeld veranderde, donker effen en zwart werd vervangen door kleurrijke prints en patronen, de rok voorzichtig een broek werd, verrezen in de binnenstad verschillende kledingzaken. En dan was daar in 1992 de overkapping, die voor nog meer winkelgenot ging zorgen…

De eerste dames die overgingen op gewone kleren, kregen verschillende jurken mee naar huis, zodat ze op hun gemak konden passen en wennen aan het nieuwerwetse. De coupeuses maakten overuren; één van hen lacht om de anekdote. Dat ze de komma niet had gelezen en ze -in plaats van anderhalve centimeter- een broek 15 cm had ingekort. De nadruk van het enorme assortiment kwam steeds meer op kleding te liggen. Uiteindelijk werd gestopt met de verkoop van het algemene textiel. Alexandra: “Toen waren ze eindelijk ook van dat ellendige balansen af met oud & nieuw. Al die bolletjes wol en klosjes garen!”

Momenteel staat de Lange Zelke “in de steigers” en wordt er druk gewerkt aan de nieuwe bestrating. En het gaat wat worden. Daar zijn de passanten het over eens. “Met die nieuwe steentjes en straks wat groen, wordt de Lange Zelke weer leuk!” beamen Els en een vriendin, vaste klanten van de winkel. Van modeshoppen online willen ze niets weten. “Waar word je nu zo goed geholpen met goed advies en gezelligheid dan ik de winkel?”

Dat zegt genoeg in het pleidooi voor winkelen in de Vlissingse binnenstad. Ik krijg van Alexandra en Jaqueline een brede en oprechte glimlach en o ja: ze gaan ook mee met de nieuwerwetse tijd. Op een tv-scherm in de koffiehoek lees ik een geweldige tekst: 

Trek iets positiefs aan; dat past atijd!





 

dinsdag 7 september 2021

IN THE PICTURE; BEN IK IN BEELD?

 “We kregen stempeltjes bij Keizer, de kruidenier in Havendorp. En als je stempelkaart vol was, mocht je rondom 5 december naar Alhambra; een feestelijke middag met de echte Sint, filmpjes, een goochelaar, dat soort dingen. En alles in de echte bioscoop!” vertelt Gerard. 

De winkeliers van de Vlissingse binnenstad dompelen zich tijdens de 23e editie van Film bij the Sea onder in een zee van film en sterren en brengen op een andere manier het winkelend publiek naar de bioscoop: in de periode 10-19 september is het filmsterren spotten in de binnenstad. Er zijn in de etalages van lege winkelpanden filmsets te bewonderen en kun je een selfie maken met je favoriete filmheld. En er is een goochelaar en een ballonnenman!



“Elvis, natuurlijk!” Gerard was eigenlijk te jong voor deze film – hij twijfelt; was het Live a little, Love a little?- In ieder geval veel mooie vrouwen met borsten enzo- maar hij werd toch‘stiekem’ binnengelaten, omdat een van de familieleden in de bioscoop werkte. “Ik schrok me rot toen de suppoost tijdens de film met die zaklantaarn recht in mijn gezicht scheen. Ik mocht natuurlijk blijven zitten, hoor”

Ook Mia schrok zich rot; het moet in hetzelfde jaar geweest zijn, in dezelfde Alhambra. Maar ze was te overdonderd en te verbouwereerd om er wat van te zeggen: “Mijn eerste bioscoopbezoekje was op m’n veertiende. Ik had ook mijn eerste vriendje. Spannend, samen naar de film. Nee, ik zou niet meer weten welke. Vanuit een paar rijen achter ons klauterde ineens een andere vent naar voren. Hij wilde naast mij zitten, heel stellig, niet voornemens om zijn plan te veranderen en stuurde mijn vriendje weg. Het bleek dat hij Mia al langer in the picture had. “We zijn uiteindelijk getrouwd.” En uiteindelijk ook gescheiden. Maar dat doen alle filmsterren, toch? 

De ondernemers van de binnenstad hebben er zin in. De VOC heeft voor iedereen een tas met filmmateriaal beschikbaar gesteld, dus de etalages en terrassen vormen -met het programma van Film by the Sea-  letterlijk het Cannes aan de Noordzee, Hollywood aan de Schelde en CCXL in Vlissingen! En met het waakzame oog: Live a lot, Love a lot!  

maandag 2 augustus 2021

DE AANTREKKINGSKRACHT VAN HET BELLAMYPARK

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.



Verdikkeme! Ze zijn er dus tóch nog: van die Vlissingers die tegen de toerist zeggen dat ze beter naar Middelburg kunnen gaan. 

Ik sta al klaar -met in mijn hoofd de hele optelsom van al ons moois-  als twee fietsers uit Barneveld me vragen waar het centrum is. Ze waren zojuist misleid met uitspraken als: “dat hebben we hier niet, dan moet je naar Middelburg…”

De Barnevelders parkeren hun fiets, want ik vertel: alles is hier op loopafstand. En van die fietsen heb je meer last dan gemak. Het is namelijk marktdag. En bovendien kun je overal ergens gaan zitten. Zoveel leuke terrasjes; Kleine Markt, Oude Markt, Bellamypark… Ik geef ze een plattegrondje mee.

Kees, een Rotterdamse Vlissinger, tref ik op het terras bij de Dighter. “Ik was een ‘blik’, en hiertegenover had je de vrouwen die zich liggend staande konden houden. Doordeweeks moesten we verplicht in uniform, maar ’s weekends… De Vlissingse jongens hadden het niet zo met ons op.” Hij noemt een aantal ‘verboden’ kroegen. Het internaat voor de scheepjongens was om de hoek van het Bellamypark. “We konden ’s weekends op handen en voeten terug.” 

De enige echte dichter staat er met zijn rug naar toe, op een hoge sokkel. In de literatuurgeschiedenis wordt beschreven dat Jacobus eeuwig verliefd was. 'Proeven voor het verstand, den smaak en het hart'.

Mijn voorraadje plattegrondjes slinkt. Iedereen die bij mij voet over de hoge drempel zet, zal het horen: de bijzondere en verborgen plekjes in onze binnenstad, de fijne restaurants en terrasjes, de leukste aparte winkeltjes. En het is zo overzichtelijk. Ik citeer hier de meest gehoorde opmerkingen van toeristen die zich wel durven laten verrassen. En dat zijn er ook deze zomer weer veel!

Op hetzelfde terras op het Bellamypark raak ik aan de praat met Edith en Riny uit Zeist. Ze komen al jaren in Zeeland. Hun dochter woont in Middelburg. “Dat is echt een mooie stad, hoor! Maar de echte gezelligheid vinden we hier in Vlissingen. We moeten altijd even de zee zien. En daarna lekker genieten met een wijntje op het Bellamypark!”

Bellamy schreef over de liefde en wijn. In zijn geboortehuis zijn de woorden vereeuwigd: 
Liefde en wijn
'k Heb twee bronnen, die de voedsters van mijn jeugdig leven zijn:
'k Leef bij Fillis door de Liefde - op mijn kamer door den Wijn.

Dus, Vlissingers in eigen land: geniet van wat de stad u biedt en zoek dat ergens anders niet! En geef het door aan de gasten die het nog niet ontdekt hebben of zich lieten misleiden.

dinsdag 13 juli 2021

FEEST OP DE WERF

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal. 
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.




Deze editie is geïnspireerd op Weg van de Willem Ruys, een voorstelling in het programma van Festival Onderstroom, afgelopen weekend.

Er zijn weer mensen op de geweest. Vlissingen bont, blauw, rood, oranje, geel en paars. En in het bijzonder op het Scheldeterrein met vlag en wimpel. De stad showt na lange tijd weer haar competentie: Vlissingen, gericht stad!

In het programma van het Festival Onderstroom sta ik oor in oor met onzijdig Bouwnummer 214. Ik luister naar z'n makers, naar de passagiers. En het werd uiteindelijk een jongetje: na te lang op andere fronten, maar op dezelfde Scheldehelling, werd hij als de Willem Ruysdirecteur, naar de in 1944 gefusileerde Lloyd-..

Het is feest op straat: verschillende hoeken stromen belangstellen richting Kop van Dok, Jan Weugkade, de Machinefabriek. Op zoek naar de zingeving, inspiratie en reflectie van het fenomeen straattheater. Al is het in kleine setting: Festival Onderstroom laat me beleven, leven en beven. Ik voel letterlijk de tewaterlating van de Willem Ruys in 1946. In het Polygoonjournaal uit dat jaar zie ik dat iedereen -die het zich kan permitteren- zich naar de nokken en daken begeeft: het mooiste uitzicht zonder natte voeten.                                                                           
De ingewanden van Bouwnummer 214 werden geboren in de Machinefabriek, die zich ook in deze editie weer als overweldigend decor manifesteert. De Willem Ruys kende uitstel en uitstel en evenveel gedaanteverwisselingen. De Machinefabriek deint mee in deze cadans, maar laat ‘m niet eindigen zoals de Achille Lauro:

december 2020 
Machinefabriek als monumentale parkeergarage en onderkomen voor bedrijven en festiviteiten
januari 2021
Geheime grote bedragen voor de Machinefabriek boezemen Vlissingse raad vrees in
Maart 2021
Vlissingen denkt voorlopig niet aan sloop van (delen) van de Machinefabriek.
juni 2021
De Vlissingse gemeenteraad zal nog voor het zomerreces een oordeel uitspreken over het opknappen van de Machinefabriek. 

Als er dan toch iets met de Machinefabriek gaat gebeuren… Laten we ‘m binnenstebuiten keren zodat iedereen het prachtige interieur kan zien. 

Laat ’t allemaal even betijen, voordat de Machinefabriek aan z’n laatste reis gaat beginnen. Een reis met het einddoel aan de eeuwigdurende horizon van de Schelde met meerdere malen per jaar deze kleurrijke uitspattingen. En een driewerf hoezee aan iedereen die met Festival Onderstroom dit weekend kleur aan het verleden gaf!

dinsdag 8 juni 2021

DE BAL IS ROND

Het zal vorig jaar rond deze tijd geweest zijn. In ieder geval na Pinksteren; toen de restaurants en de terrassen weer open waren. Terwijl ik in mijn atelier met een schilderij bezig was, rolde een oranje schuimrubberen bal naar binnen, gevolgd door een knulletje van twee jaar. Ik houd van kinderen en van voetbal, maar deze combinatie tussen al mijn verfspullen leek me gevaarlijk. Dus ben ik met het ventje in de Walstraat even gaan ballen, alwaar mijn taak al snel werd overgenomen door de vader van het jochie.

Binnenkort gaan we weer ballen! Oranje! 

 “Toen we in 2014 naar het WK in Brazilië gingen, hadden maar weinig mensen vertrouwen in het Nederlands elftal” memoreert Bart. “Tijdens de eerste wedstrijd tegen Spanje werd het al snel 1-0 achter. Maar voor de rust maakten we 1-1 en in de tweede de helft liepen we letterlijk over Spanje heen! De uitslag 5-1... Het feest wat daarna losbarstte was fantastisch. Er waren 200 mensen om te kijken en er kwamen steeds meer om feest te vieren... Toen iedereen naar huis was -moe maar voldaan- had ik nog 2 biertjes in mijn koelkast...”

 Vanuus is het sportcafé in de binnenstad en ik geniet van het spontaan gejuich als iets wint. Of het nu om een Grand Prix, etappe, set of een doelpunt gaat: dit zijn gezellige buren! Ik zie vaak bekende gezichten op het terras. Van supporters van verschillende grootheden tot onderwijzend personeel dat er van de vrijdagmiddagborrel geniet.

 Sinds 1896 is op dit plekje in de Walstraat een café gevestigd en in 1928 krijgt het de naam Amicus. Als Eddy van Dijke de boel overneemt in 1979 wordt de nieuwe naam Vanuus. Bart is sinds 2014 eigenaar. 

 Ria:“Ik kwam er vroeger, mijn kinderen kwamen er en ik denk dat de kleinkinderen er straks ook wel eens aanschuiven.” Anton heeft een eigen horeca-onderneming, maar is vaak met een biertje op het terras te vinden. “Als collega’s en vrienden help je elkaar een beetje, ook in de Coronatijd. Hij wijst naar binnen. “Kijk: ik heb ‘m geholpen met die kachel”. 

 Vanuus en ludiek gaan samen: verzin het om rondom Koningsdag een toer door de stad te maken met een mobiele tap. Terrassen verplicht dicht? Dan maar richting de klant. En deze stunt getuigde van die hard-oranje.

 En ja hoor! Een paar weken geleden zag ik het blonde knulletje weer in de Walstraat. Zijn balvaardigheid is het afgelopen jaar verbeterd en de terrasgangers daagden hem uit met wat kleine kleine oefeningen. 

 De oefenwedstrijden van onze mannen waren nog wel voor iets verbetering vatbaar. Maar dat betekent dat het alleen maar beter kan worden. En bij Vanuus wordt het hoe dan ook ballen en knallen! Genoeg bier, Bart?

 

 

dinsdag 18 mei 2021

VLISDINGEN & MISDINGEN DEEL 5 SINGEL

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.

De doorlopende leerlijn: Singel

De Vlissingers zijn ineens unaniem positief: wat gaat het snel en wat wordt het mooi! Het gonst in het nieuwe Scheldekwartier en gefaseerd wordt de binnenstad groter.    



Hans staat in de startblokken: hij blijft evenwel in dezelfde straat, maar schuift een stukje door naar de Vesting. “Singel 270 wordt Singel 450!” vertelt hij trots. Hij verheugt zich op de nieuwe woning en nieuwe buren. “En de binnenstad met de gezellige kroegen op loopafstand; wat wil je nog meer!”

In verleden tijden bood de Singel plaats aan de verschillende bedrijfsscholen van de Koninklijke Maatschappij De Schelde. Eerst aan het eind, bij de Koningsweg, later om de hoek Singel/Van Dishoeckstraat. “We moesten onze fiets bij de hoofdpoort stallen en dan vervolgens het hele terrein over om bij school te komen!”

Peter herinnert zich: eerst je omkleden, overall aan en dan pas inklokken. Iedere werkminuut telde en als je te laat kwam, werd het ingehouden op je loon: 1 minuut te laat was 6 minuten minder weeksalaris. Dit kreeg je vrijdagsmiddags in een dichtgeseald doorzichtig zakje, zodat je precies kon zien dat het bedrag klopte: het labeltje met bedrag kwam overeen met de biljetten en de losse guldens. De werknemers van de kantoren kregen echter maandelijks hun loon in een bruine enveloppe. 

“Ja, er was zeker sprake van standsverschillen. Mijn vader werkte als beambte en droeg een pak. We kregen op een gegeven moment bericht dat we door mochten schuiven naar een grotere woning. Aan de Singel. Zo ging dat: dat werd voor je geregeld.” Het verschil tussen de beambten en de arbeiders. De beambten startten nadat de werknemers op de werf allemaal waren ingeklokt.

Het komt ook Aart bekend voor: Zuster de Priester regelde de huisvesting. “Ik kwam in 1970 vanuit den Haag bij de afdeling inkoop, had mijn oog laten vallen op een huisje in de Slijkstraat. Maar dat ging niet door; deze was voor een arbeider en niet voor een beambte!” Hij kreeg een  woning toegewezen aan de Singel, onder de Watertoren. Om deze te betrekken, moest hij wel eerst trouwen… 

Peter vertelt de prachtige anekdotes en herinneringen aan de Schelde door in de Oude Verbandkamer, nu Museum Scheldewerf. “Mensen willen verhalen horen. Feiten kun je overal opzoeken en gaan oor in en uit; die verhalen is wat de mensen echt interesseert. Het echte leven van de werf. Het liefst had ik  de lucht van de Machinefabriek in een pot bewaard. Om af en toe aan te ruiken.

Terwijl ik over de ‘nieuwe’ Singel wandel, kom ik Hans tegen. Hij toont me graag zijn nr. 450, bijna klaar voor de verhuizing. “Kun je niet een keer een tekening van dit nieuwe stukje Scheldekwartier maken?” Bij deze! 

In Museum Scheldewerf kunnen bezoekers nog veel meer beleven. Er is geen blikjeMachinefa-briek-geur. Maar zoveel documentatie, foto’s, relikwieën en liefde. “Ook van de bedrijfsschool hebben we heel veel materiaal”, vult Peter aan. Op korte termijn zal de Oude Verbandkamer een waardevol bezit in de het centrum zijn, omringd door de nieuwe binnenstad. Helpen we allen mee?


Op www.museumscheldewerf.nl leest u alles over het verhaal van de scheepswerf, de collectie, de mensen. Maar ook over de actie: zeg een bedrag toe en doneer later. Zodat we later niet kunnen zeggen dat alles in Vlissingen afgebroken is...



dinsdag 13 april 2021

VLISDINGEN & MISDINGEN, DEEL 4 HET BELLAMYPARK

 Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.



De editie 2000 heeft de meeste indruk op mij gemaakt. Anouk, BLØF… Zoveel bezoekers! Het mooiste Bevrijdingsfestival” Pieter werkte lange tijd in de horeca op het Bellamypark en probeert de sfeer van 5 mei 2000 te omschrijven. “Ik tapte bier bij Frapo’s en was de enige nuchtere aan het eind van de dag. Vlissingen was inmiddels een braaf stadje geworden. Zelfs met zoveel mensen op een dag. Het was gemoedelijk. Wat een goede sfeer!”

Wat de Koopmanshaven was, werd park. Ik herinner me de uitspraak van Frans. Ik leerde hem kennen in 2016, toen ik net in Vlissingen woonde en met het project Vlisdingen bezig was. “Het Bellamypark? Park? Allemaal roestbakken met bossen hooi!” Hoe mooi is het contrast met een zin uit een tekst vol herinneringen aan Vlissingen van Christiaan Feij: “…de kastanjebomen in bloei op het Bellamy, de muziektent en De Witte Ballons.” Ik blader door archieven en zie op zwart-witfoto’s de muziektent voor dit café, dat later de plek werd waar Pieter tapte.

We kijken uit naar de maand mei. En als ze er is, missen we haar in alle gradaties van vreugde, kleur en feest. Bevrijdingsdag gaat dit jaar digitaal. Dus extra fijn om even terug te kijken naar tijden waarin alles nog gewoon kon. De illustratie is een compilatie van allerlei feestelijkheden op het Bellamypark, variërend van een gymnastiekdemonstratie van de Vlissingse turnvereniging (toen mannen nog snorren en spieren hadden). En dit is tevens het toppunt van straatacrobatiek, lang, lang voordat Onderstroom werd geboren. En dan: die meiskes in 1929 in een schitterende kermisattractie met weinig PK’s. De kleurrijke tekeningen zijn gemaakt tijdens Bevrijdingsfestival en Onderstroom in de laatste jaren.

Ondertussen begint het bij de horacaondernemers te gonzen. Misschien, misschien eind april. De terrassen open? Annika heeft uit voorzorg heaters in de 8 parasols laten monteren, zodat gasten ook met minder warm weer behaaglijk van een hapje of drankje kunnen genieten. Bij een van de buur-restaurants klinkt vanuit binnen harde muziek. Er ontstaat zin in.

“Een echt park is het eigenlijk nooit geweest” zegt Pieter. Hij wijst richting de Nieuwendijk. “De ene helft -achter de voormalige Brugstraat die het park in tweeën deelde- was parkeerplaats, en deze kant was een modderpoel. Het deel lag feitelijk het halve jaar klaar om op 5 mei aangestampt te worden. De rest van het jaar was het niet meer dan wat struikjes en veel hondenpoep”.

Hij is trots op Vlissingen als bakermat van zoveel festivals en straattheater. De sfeer van de afgelopen jaren moeten we nog even missen. Geen feest en biertjes op 5 mei op het Bellamypark. 

Kijk op www.bevrijdingsfestivalzeeland.nl voor het programma, waar Pieter momenteel met vele anderen aan werkt. En de knallende kleuren van vrijheid bedenken we er zelf bij.



dinsdag 9 maart 2021

VLISDINGEN EN MISDINGEN, DEEL 3. DE ETALAGES IN DE BINNENSTAD

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.

DE ETALAGES IN DE BINNENSTAD, daar zouden we iets aan kunnen doen…

“Dat waren nog eens etalages! Zes weken voor pasen begonnen we al. Mijn vader maakte honderden paaseieren.” Mariet laat een aantal kleurrijke foto’s uit de jaren 70 en 80 van de grote smulvitrine van Banketbakkerij Schoenmakers in de Kerkstraat zien. En ik zie de kleurexplosie: gevulde chocolade-eieren, paaskippen… Handgemaakte beeldhouwwerkjes van cacao, marsepein en ander suikergoed. “De winkel en het hele huis lagen vol met strikken, linten en kantwerk waarmee we de ambachtelijke paasverrassingen verpakten; de hele familie werkte mee”

Hoe een schijnbaar willekeurig plekje in de Vlissingse binnenstad ineens een letterlijk tweede leven kreeg. Dankzij de geschiedenis. En het nieuwe schoonheidsideaal in acht nemend: kom maar op! Ik laat me verleiden door het lekkers in de Kerkstraat van nu. En ik laat me inspireren. De Slag om de Schelde -de oorzaak van al dit moois-  in CCXL laat nog op zich wachten. En de restaurants, terrassen… Spontaan winkelen duurt nog even. 

Het is Kinderkunstweek. Het thema ‘Niet te eten! Voedsel in de kunst’ gebruik ik om onze binnenstad een kleurrijke boost te geven. De ondernemers -dicht of open- werken mee in deze win-win. Ze stellen hun etalages beschikbaar voor de eerste Kinderkunstroute van Zeeland, die primeurt in… Vlissingen!  

Carin woonde in de 70-er jaren in de Kerkstraat, tegenover bakkerij Schoenmakers. Haar vader had de houthal ertegenover. Ze haalden dagelijks om 6.30 uur harde broodjes. “Mijn zusje Eveline en ik mochten ieder jaar meehelpen in de kelder om de zakjes met paaseitjes te wegen, terwijl Mariet’s vader de mooiste paasfiguren maakte. Vlak voor het paasweekeinde mochten chocolade-eitjes zoeken in hun achterkamer.” Carin herinnert zich de etalages maar al te goed.

Yannick is één van de kinderen die tijdens de Kinderkunstweek een eigen variant op het thema taartjes en gebakjes heeft gemaakt, en trots op het resultaat. Nog trotser omdat zijn kunstwerk gedurende de hele maand maart in de etalage van de IJswinckel prijkt. 30 Locaties in de binnenstad en boulevard van Vlissingen fungeren deze maand als groot openluchtmuseum en podium voor de jonge kunstenaars. 

Mia van 6 kan niet wachten tot ze weet waar haar taart tentoongesteld wordt. “Ik wil er met iedereen heen om te kijken!” Anna van Brasserie Jong heeft een raam beschikbaar gesteld voor Zara en memoreert aan haar eigen kindertijd: “We hadden met de hele klas tekeningen gemaakt en die hingen allemaal bij mijn vader in cafe Soif. Zoiets vergeet je niet!”

Over etalages gesproken: Mariet heeft ondertussen de hare geheel ingericht in paasstijl: het cultureel erfgoed van de bakkersfamilie is de komende tijd te bekijken in de Walstraat, nummer 24. Als u dan toch een keer een rondje door de stad loopt om de hedendaagse taartcreaties van de kinderen in de Kinderkunstroute te bewonderen, loop dan ook langs de etalage van Mariet om even terug te gaan in de tijd. 

En verder al het goeds de komende weken, open of dicht. We moeten er samen wat van maken in de aanloop naar pasen. Laten we er in ieder geval kleur in houden!

maandag 8 februari 2021

VLISDINGEN EN MISDINGEN DEEL 2: PLEIN VIERWINDEN

Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.


Als ik het woord huishoudschool laat vallen, barsten de vriendinnen los. Corry: “Ik hield niet van koken -nu nog steeds trouwens niet- maar we moesten toen voor de leraressen de maaltijden bereiden. Onze worteltjes waren aangebrand en wat dacht je: ik heb zó uit het raam gegooid!” Ze schaamt zich er nog een beetje voor. Jannie slaat haar handen voor haar mond.

Plein Vierwinden in 2021: een mooi contrast tussen historische gevels en de twee hoogste kranen die Kop van het Dok uit de grond gaan trekken. Menig toerist ervaart dit pleintje altijd als geschiedenis, maar schijn bedriegt. De kale lindes staan als knoestige eeuwige arbeiders met hun mouwen opgestroopt, maar pas sinds eind jaren ’70. Menig Vlissinger weet echter dat de gevels uit de voormalige Kolveniersstraat komen, en nu op de plek waar voorheen de huishoudschool stond. 

Gesa is één van de leraressen van deze huishoudschool in het Groenewoud. De 50-er jaren: “Ik was amper 10 jaar ouder dan de meisjes…. Huishoudkunde, koken, wassen, strijken. De meisjes namen van thuis het was- en strijkgoed mee; en voor de kooklessen bestelde ik van te voren alle ingrediënten. En nadien werden alle laatjes gecontroleerd. Of al het bestek schoon was en op de goede plek lag. De theedoeken moesten met de bolle kant naar voren hangen.”

Discipline en netheid waren aan de orde. De worteltjes van Corry hadden zich helemaal kapot gelachen om de huidige opstandelingen, die uit onvrede binnensteden geweld aan doen. 

Gesa werd geboren in de toenmalige smederij, het pand voor de huishoudschool. “We speelden op de zolder met alle kinderen uit de buurt; mijn vader had boven het bedrijf een grote schommel gemaakt.” Ze zwaait met haar armen. Kijkend naar de oude zwart-witfoto komen de herinneringen weer boven. “Kijk, die bakfiets… En dat was toen onze auto!” En ook -bijna op dezelfde plek- de kranen die boven de huisjes in de toenmalige Rioolstraat uittorenen. Alleen iets minder hoog dan nu.

Tijdens mijn wandeling met de dames vult het pleintje zich met anekdotes en veel “oja!” En over hoe discipline en netheid je vormde.

Ik neem het goede voorbeeld en raap een vierkant servetje van de tegels, waarschijnlijk weggewaaid uit een take-awayhapje uit de Walstraat. “Open punt links boven” citeert Jannie, terwijl ze in de lucht met haar handen een theedoek vouwt.





dinsdag 12 januari 2021

VLISDINGEN & MISDINGEN DEEL 1 KETELMAKERIJ

 


Vlisdingen & misdingen

Over plekken in de stad die waren, plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.

Jo fietst iedere week wel een keer over het terrein. Betonkisten, kranen, grondverzet. Kop van het Dok in aanbouw. Ook rest van het Scheldekwartier heeft hij zien groeien. “Handwerk is er amper nog bij. En het gaat razendsnel.” Hij wijst op Blok D van de Jan Weugkade, de Ketelmakerij.

Op de plek waar –na een brand- in 1882 een nieuwe machinefabriek verscheen (een ketelmakerij, smederij, kopergieterij en een scheepstimmerwerf) met Chrystal Palace-allure zijn de pas opgeleverde woningen aan de kade nagenoeg bewoond. Ze kunnen de goedkeuring van Jo dragen.

Als medewerker op de tekenkamer kende Jo de voormalige scheepswerf van binnen en buiten. “Ik ontwierp specialistische gereedschappen; ja, geen hamer of beitel, he? Dus ik kwam toen op alle plekken op het Scheldeterrein, omdat voor alle afdelingen speciale instrumenten gemaakt moesten worden”.

 

Kees is één van de bewoners van deze nieuwe Jan Weugkade, waar de woningen zich qua architectuur kunnen spiegelen aan en mogen knipogen naar de overkant, de voormalige zware plaatwerkerij. Indrukwekkende raampartijen in staal memoreren het industriële verleden. “Het gaat hier mooi worden!” Het grootste deel van zijn leven is hij Vlissinger en hij heeft alle facetten van de scheepvaart meegemaakt. Hij prijst zich gelukkig op deze plek. Het was een bewuste keuze om in de binnenstad te gaan wonen.

Hij ontvangt mij in de hoekwoning waar warme kleuren en prachtige schilderijen me omarmen. Voor iemand met een zeevaartachtergrond is de switch van Boulevard de Ruyter naar het Scheldekwartier wellicht ongebruikelijk, maar Kees en zijn vrouw genieten van de binnenstad. “Wat dat betreft zijn we stadsmensen! Alles lekker dichtbij, de sfeer van Vlissingen.” Hij herinnert zich de tijd dat de neuzen van de schepen boven de stad uitstaken, de tijd dat hij op de zeevaartschool zijn rangen haalde.

 De binnenstad van Vlissingen werd toen geregeerd door de toeter. Ook Jo neemt me even mee terug in de tijd. “Ik woonde in de Verkuijl Quakkelaarstraat en we gingen destijds tussen de middag nog naar huis om te eten. We hadden anderhalf uur tijd. Als de toeter na het middagmaal ging, wist je dat je nog tien minuten had om op de werf te komen.” Of hij de toeter in het Vlissingse mist? “Nee, maar ik kan ‘m zo weer horen. Zo was dat nu eenmaal elke dag... En het hoorde bij die tijd.”

Niet alleen Kees voelt zich in deze nieuwe setting helemaal thuis. Ik spreek een aantal jongere bewoners die de verhalen van Jo en Kees slechts als verhalen kennen, maar deze generatie is wel met het maritieme van Vlissingen opgegroeid. Een aantal is werkzaam in de hedendaagse shipbuilding en ervaart dit nieuwe stukje Vlissingen als stoer.

Tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor het bouwrijp maken, kwamen de funderingsresten van de oude Ketelmakerij tevoorschijn. Museum Scheldewerf, de voormalige Verbandkamer, heeft in haar collectie een aantal prachtige foto’s van dit markante gebouw, waarvan -behalve een deel van de boogramen- helaas niets meer bewaard is gebleven.

Ik nodig alle Vlissingers uit dit historische deel van de binnenstad te komen bekijken. De nieuwe bewoners vertellen graag over het nieuwe en de vrijwilligers van Museum Scheldewerf graag over het oude!