woensdag 8 november 2017

10 verhaaltjes over de kruisbestuiving Vlissingen-Italie, deel 6

...omdat het vandaag een jaar geleden is dat ik kennismaakte met de heren op het bankje.




Sinds ik met de heren op het ‘leugenbankje’ heb kennisgemaakt (8 november 2016) loop ik af toe naar het Keizersbolwerk om even te kletsen. Of slap te ouwehoeren.  Met Sjouke heb ik een bijzondere band. We komen allebei uit Groningen en het is grappig om met je kop in de Scheldewind je moerstaal samen te spreken, terwijl de andere afkeurend roepen: “Hier in Vlissingen wordt geen Gronings gepraat!” De laatste keer vertelde hij verdrietig dat zijn dochter na ziekbed was overleden. Een intiem moment.

Intimiteit beleefde ik ook in Casamaggiore. In 2015 portretteerde ik ongeveer 50 inwoners van het kleine dorpje. Het zijn allemaal mensen die ik in meer of mindere mate ken. De keuze om ze ‘van achteren’ vast te leggen was bewust: minder confronterend en tegelijkertijd veel meer zeggend, veel meer… Ik overviel ze door onaangekondigd aan te bellen. Sommigen voelden zich ongemakkelijk: wilden zich eerst omkleden, de keukentafel opruimen. Maar ik wilde ze juist in dat onaangekondigde moment portretteren.  De ouders van Anna zijn lieve schatten: samen zijn ze allebei weer een klein beetje kind aan het worden, dus ze houden elkaar in stand. In Italië leven families vaak in één huis, dus van een verzorgingstehuis of thuiszorg is geen sprake. Iedereen houdt een oogje in het zeil.
Zoals ook de heren op het bankje op de kop van de Boulevard de Ruyter altijd een oogje in het zeil houden. 


De overeenkomst tussen de twee tekeningen is dat het gaat over ouder worden en veel te vertellen hebben, over vroeger.

zondag 5 november 2017

UIT DE SCHELDEXPRESS

AGNES TEKENT & VERTELT ERBIJ… impressies uit Zeeuws-Vlaanderen

Door Agnes den Hartogh

Waar ben ik:       Cadzand-Bad, Boulevard de Wielingen, bij het voormalige restaurant         Cadzandria
Wat zie ik:           bouwactiviteiten


“…en daar zaten we dan tot vier uur ‘s nachts!”


Komaan, ik heb zin in een ingewikkelde tekening. Ik ben in Cadzand-Bad, dus dat treft. Want als ik mijn tekenaarsoog loslaat op ingewikkelde onderwerpen kom ik hier helemaal tot onrust: steigers, hekken, afzettingen, stapels bouwmaterialen. Het schijnt dat dat hier al geruime tijd aan de hand is, gezien de vele grote en nieuwe panden die ik aantref. Een eclectisch kleurenspel met invloeden uit verschillende bouwstijlen. Wat zullen de Cesantenaren er van vinden? Ik durf het niet te vragen…

Tussen blubbersporen hoor ik een jonge vrouw tegen haar dochtertje praten, omhoogwijzend. “Kijk, daar heeft mamma vroeger gewerkt! Alles is veranderd!”

Halverwege de jaren 90 kwam Esther voor het eerst naar Cadzand. Vanuit het verre Noord-Groningen. Een horeca-uitzendbureau uit de stad had haar gevraagd of ze seizoenswerk in Zeeland wilde doen. “Ik weet nog dat ik met mijn ouders op de kaart keek en Cadzand-Bad aanwees. Mijn vader zei: ga je dáár helemaal naar toe?” De reis met de trein vanuit het noordelijkste puntje naar Vlissingen duurde ruim een halve dag, en aan de overkant van het veer stond iemand van restaurant Cadzandria haar op te wachten. Esther sliep in dat jaar op de camping de Zwinhoeve in Retranchement. Overdag was het wafels en wafels bakken. En pannenkoeken. En het was altijd druk. En na het werk was het tot ver in de nacht feesten bij Hotel de Schelde.  In de jaren erna kwam Esther in de zomermaanden terug om wafels te bakken en verbleef ze bij een van de eigenaressen van het restaurant.

Ook zij is verbaasd over de enorme ontwikkelingen. Terwijl de kinderen in Zeeuws-Vlaanderen al weer naar school gaan, hebben ze in het noorden deze week herfstvakantie. Esther is met haar gezin een midweek in de buurt en ‘moet’ natuurlijk even terug naar Cadzand-Bad, waar zoveel herinneringen liggen. Dochtertje Elaine wordt een beetje ongeduldig. Haar is een wafel beloofd. Zoals mamma ze destijds bakte, zijn ze tussen de sterren, sjiek en trendy bijna niet meer te vinden. Zo ingewikkeld kan het toch niet zijn?

maandag 23 oktober 2017

deel 5 van de 10 verhaaltjes over de kruisbestuiving Vlissingen-Italie


Sinds we aan de Boulevard zijn aangespoeld, tikt het carillon van de Sint Jacobskerk ons regelmatig op de vingers. Soms met een klokslag teveel, in onze beleving. "Is het al zo laat?" In het onregelmatig optredende melodieuze klokgelui denk ik soms oude popsongs te horen. Dus tijd om iets bijzonders te gaan beleven: een nieuwjaarsconcert waarin de muzikanten van Koninklijke Harmonie Ons Genoegen optreden met de jongens van de Hobbyisten. We horen nu de kerk niet van buiten, maar van binnen. Hoe mooi!

In mijn Italiaanse omgeving hebben sommige huizen een eigen kapelletje. De panden zijn meestal al eeuwen familiebezit en die kapelletjes en nisjes gaan al die eeuwen mee. Op het landgoed van Annarita staat zelfs een heus kerkje, een paar bankjes en plek voor een stuk of twintig bezoekers. Annarita vindt het fijn  om af en toe wat muzikanten en een select gezelschap uit te nodigen, waar we dankbare gasten zijn. Ook bijzonder.

Mijn atelier bevindt zich naast de oude kerk van Casamaggiore. Zo’n zes, zeven keer per jaar verzorgt regiopastoor Don Piero een gelegenheidsdienst en dan is het vooral een social event waar ik iedereen uit het dorp tezamen zie. Omdat de oude kerk verder niet wordt gebruikt, heb ik er een aantal keren exposities en een concert mogen organiseren.  Gabriele Putzulu speelde de sterren van de hemel op zijn klassieke gitaar. Dezelfde Gabriele kwam ik een maand later tegen op een ander feest waar hij het hele repertoire van de Red Hot Chili Peppers wegkraste.

Kortom, hoe bijzondere locaties en bijzonder talent samensmelten…



zondag 15 oktober 2017

deel 4 van de 10 verhaaltjes over de kruisbestuiving Vlissingen-Italie



Vandaag 15 oktober is de laatste dag van de kinderboekenweek. Vandaar deze keuze. Mijn werken hangen niet voor niets in boekhandel 't Spui. Echter: deze twee illustraties hebben de tentoonstelling niet gehaald. Een beperkt aantal haakjes aan de wanden dwingt je tot keuzes maken.

Martina maakt nog geen keuzes. Martina is de dochter van Marco, onze Italiaanse klusjesman. Marco is 'verrekte handg & slim'. Een aantal jaren geleden kwam hij met breed bezwarende gebaren bij mij aan: hij kon geen oppas voor Martina vinden, dus ik zei: "Geen probleem, geef Martina maar aan mij, graag zelfs!" Een heel groot vel tekenpapier op de grond brak alles open, ondanks dat Martina mij niet durfde aan te kijken, met die grote pet van Marco op haar koppie. En al snel pakte ze in beide knuistjes de krijtjes om los te gaan.

De wetenschap noemt het ambidextrie: het fenomeen zowel rechts- als linkshandigheid. Ongeveer 1% van de bevolking 'lijdt' hier aan; ik vind het een verrijking, want ik heb er ook een handje van. Ik kwam er per ongeluk achter toen ik tijdens de kunstacademielessen bij modeltekenen mijn stuk houtskool in mijn linkerhand had. Ik had het altijd al gedaan, want het voelde niet onwennig. Maar ineens was ik me er van bewust.  Leonardo da Vinci was ook ambidexter, dus deze gave wordt vaak geassocieerd met intelligentie. Gezien de technische gaven van onze Marco, verbaast die dubbelhandigheid van Martina me niet: ook een slim meisje! Men zegt dat ambidextrie evenwel aan te leren is. Vroeger moest je op school met rechts schrijven. Ik ben gelukkig niet van deze generatie. Een ander motief kan een pols- of armbreuk zijn. Laat ik nu in de brugklas uit de ringen zijn  gedonderd en mijn beide armen en polsen op meerdere plaatsen heb gebroken. Mijn linker mocht eerder uit het gips. Ik hecht echter meer waarde aam de Leonardo-theorie.

Het handje van het meisje dat ik 18 november 2016 tekende (locatie speelplaats Frans Naereboutschool) spreekt ook boekdelen: kijk dat vingertje onder haar mouw te voorschijn komen. Hoe dwingend naar het andere meisje dat ze in de houdgreep heeft.

In mijn selectie zag ik in deze twee tekeningen een zoveel prachtige overeenkomsten: beide hoofdrolspeelsters zijn in zichzelf en onherkenbaar voor de buitenwereld, en beleven hun kleurrijke kinderwereld. Met één of twee handen. De andere gelijkenissen mag de kijker zelf ontdekken.

donderdag 12 oktober 2017

verhaaltje 3

In het kader van de leukste gelijkenissen/verschillen tussen Vlissingen en Italie: de markt. De tekening van de wekelijkse Vlissingse vrijdagmarkt maakte ik vorig jaar op de dag dat deze voor het eerst op een nieuwe lokatie plaatsvond. 




Op 4 november 2017 was ik getuige van een grote verandering: de wekelijkse vrijdagmarkt op een andere plaats. In het kader van mijn inburgeringsproject een leuk onderwerp om te tekenen. 

De markt in Castiglione del Lago is op woensdagochtend. Al eeuwen. De enige ochtend waarop een bus door het achterland rijdt om de keurig geklede dametjes -net van de kapper- op te halen. Zo rond enen brengt de bus in omgekeerde richting de dametjes weer terug: de hele ochtend de tijd gehad om de wekelijkse boodschappen te doen en vooral veel bij te praten. ‘s Zomers wordt de markt bevolkt door Nederlandse toeristen. Je herkent ze vooral aan korte broek en badslippers. Vaders die verveeld achter het kirrende gezin lopen “Kijk eens mam, hoe goedkoop!” De trots van de Italianen zou tot kromme tenen moeten leiden. Als je in Italië gaat winkelen, trek je je goede kleren aan, je schoenen met hakken. Echter, ze mogen in hun handen knijpen, want sinds de aardbevingen vorig jaar loopt het toerisme minder goed. De bevingen waren 150 km verderop, maar tussen de oren van veel toeristen zit de Umbrië-mijd-factor.

De Duitsers op de markt in Vlissingen herken je ook meteen. Korte broek. Onder het motto: ik-ben-nu-op-vakantie-DUS-ik-draag-een-korte-broek. Weer of geen weer, wind of wind.

De markt in Castiglione del Lago is verspreid over verschillende locaties in het vestingstadje, dus dat betekent klimmen en trappen lopen. Halverwege de treden klonteren de gepermanente dametjes samen om even op adem te komen en hoofdschuddend te kijken naar die luidruchtige toeristen.

Met hun kippenvelbenen zijn de Duitse toeristen hier in Vlissingen redelijk rustig...

dinsdag 10 oktober 2017

TIEN VERHAALTJES, DEEL 2

Vorige week heb ik een kleine, maar leuke expositie ingericht in Boekhandel 't Spui in Vlissingen. Ik denk:  de leukste boekhandel van Nederland! Nee, ik denk niet, HET IS. Margreet de Haan, een van de eigenaressen van 't Spui kreeg vorige maand de fantastische & verdiende titel 'BOEKVERKOPER VAN HET JAAR. En dat word je als je heel veel liefde en passie deelt. Hoe mooi dat ik dat ook mag doen op deze mooie plek, midden in Vlissingen.

Ik heb geprobeerd de mooiste en meest treffende gelijkenissen/tweelingen/huwelijken tussen Vlissingen en Italie te koppelen. En het heeft mezelf soms verbaasd: zoveel overeenkomsten.

Bij ieder 'setje' heb ik een heel kort verhaaltje geschreven. De komende maand zal ik een aantal van die korte anekdotes hier noteren.


Bijna staccato wandelen ze richting het podium. De knopen van hun uniformen glimmend gepoetst. Met hun ferme passen en kin omhoog vraagt dit om respect. “Wacht maar tot na de pauze, want dan wordt een losgeslagen bende” vertelt iemand naast me. Ik wil vooralsnog geen losgeslagen bende, want dit is mooi en gedisciplineerd om naar te luisteren en te kijken. Daar staan ze, de voormalige loodsen, de helden van de Schelde. Strak in het gelid

Een optreden van  Banda Musicale Puccini in Pozzuolo staat in het grootste contrast: het lijkt alsof de muzikanten letterlijk zijn opgetrommeld. Het rammelt en gammelt aan alle kanten, maar o, wat zijn ze gedreven! De Scheldeloodsen zijn gemiddeld allemaal op leeftijd en grijs, de leden van Banda Puccini zijn jong en oud. Emanuele, de dirigent, staat als een dolle stier voor de rode lappen uniform en zweept de boel op tot veel getoeter en geblaas. En werkelijk: iedere muzikant is begaafd, alleen tezamen verdwijnt alle talent in een wirwar van kakafonie. Alles en iedereen loopt uit de pas als er wordt gemarcheerd. Geweldig! Dit is Italië! 

En kijkaan: na de pauze proberen de loodsen het ook! Dronken piraten lopen en struikelen uit de pas, hier en daar valt iets om. Maar hoe ze hun best doen om scheef te gaan: hun stemmen blijven als een scheepstoeter overeind.

dinsdag 3 oktober 2017

tien verhaaltjes, deel 1

Vandaag heb ik een kleine, maar leuke expositie ingericht in Boekhandel 't Spui in Vlissingen. Ik denk:  de leukste boekhandel van Nederland! Nee, ik denk niet, HET IS. Margreet de Haan, een van de eigenaressen van 't Spui kreeg vorige maand de fantastische & verdiende titel 'BOEKVERKOPER VAN HET JAAR. En dat word je als je heel veel liefde en passie deelt. Hoe mooi dat ik dat ook mag doen op deze mooie plek, midden in Vlissingen.

Ik heb geprobeerd de mooiste en meest treffende gelijkenissen/tweelingen/huwelijken tussen Vlissingen en Italie te koppelen. En het heeft mezelf soms verbaasd: zoveel overeenkomsten.

Bij ieder 'setje' heb ik een heel kort verhaaltje geschreven. De komende maand zal ik die korte anekdotes hier noteren.



Ik kreeg een mailtje van de tandarts uit Castiglione del Lago. Hij had in een galerie in Cortona een ansichtkaart gezien, waarvan hij meende dat zijn huis en zijn scooter er op waren afgebeeld. De galeriehouder gaf hem mijn gegevens. Hij wilde het origineel graag kopen.  Ik nodigde hem uit in mijn atelier, waar hij nog dezelfde week kwam. Met zijn moeder van 93, in een Mehari zonder voorruit. Het oude mens werd uit de Citroën getorst en op een stoel in mijn atelier gezet. Toen ik de prijs van de originele prent noemde, bromde ze dat ze de ansichtkaart mooier vond. Dat kon ik alleen maar beamen: een kaart is gedrukt op glanzend papier en bovendien had ik het origineel in Photoshop bijgewerkt voor een warmer kleurcontrast. Zoon dramde door. Natuurlijk wilde hij het origineel hebben. En vooral weten waarom ik juist dát stukje straat had getekend. Was het vanwege de scooter? Vond ik zijn huis zo bijzonder? Juist zijn huis? Uiteraard gaf ik de juiste antwoorden, maar moeder probeerde het nog één keer: ze zei: “Als je op een stoeltje in de straat gaat zitten, kun je de hele dag naar je huis kijken…”

Ineens zag ik de overeenkomst met tekening 24 uit de serie November = Vlisdingen. Hetzelfde perspectief, gevels… Nu ben ik zo benieuwd of die meneer met de fiets aan zijn hand zich meldt? Het was donderdag 24 november, rond half tien in de ochtend. De locatie is ons allen bekend. Wie herkent hem?

Oja, uiteraard heb ik de originele illustratie verkocht. Ik kwam hem laatst tegen op een terras in Castiglione del Lago. Hij zat met zijn moeder een ijsje te eten, maar zij was ondertussen in de stoel in slaap gevallen. Hij vroeg me: “Wil je mijn Mehari ook een keer tekenen?”



maandag 25 september 2017

twee colums + illustraties


(uit de Scheldexpress 18 september)

AGNES TEKENT & VERTELT ERBIJ… impressies uit Zeeuws-Vlaanderen

Door Agnes den Hartogh
Waar ben ik:       Spui, tussen  Terneuzen en Axel
Wat zie ik:           een molen in Italiaanse kleuren



“We hebben hier een glasbak!”

Het is vakantietijd en tijdens de zomermaanden werk ik veelal in Italië. Hoe fijn om weer even de Westerscheldewind te ervaren tijdens een tussenstop in Zeeland! Ik strijk neer op een schommel in Spui, omdat mijn oog valt op een molen met Italiaanse uitstraling: wit, rood, groen. De kleuren van de Italiaanse vlag.

Spui is klein, dus ik ben blij dat ik Maaike tref. Met meer kinderen dan lege flessen nadert ze de glasbak. Hoe leuk:  tekende ik zojuist vanaf de schommel twee houten hondjes op springveren waarop twee kleuters tot in de het oneindige onder de Spuise zon zouden kunnen wippen, heeft Maaike deze twee meiden in spe in haar dubbele buggy.
We hebben een glasbak, he?” antwoordt ze lachend als ik vraag of ze iets kan vertellen over Spui. Het is klein. Nee, toeristen komen er niet veel. Maar ze woont hier met haar gezin vanwege de ruimte en de rust. Ik prijs de molen en het kleine speelplaatsje en knipoog naar haar drie kinderen. Zoontje Dan is al op fietsleeftijd. Hij gaat straks in Axel naar school.

“Wat het fijne is van Spui: de mensen zijn hier gezellig, he?” Tegelijkertijd komt er een man met zijn fiets vanuit de Pootersdijk,  op weg naar de glasbak. Met de zojuist gekregen info van Maaike groet ik de man. Als hij zegt dat hij ook een inwoner van Spui is, concludeer ik dat hij dus gezellig is. Hij kijkt me vreemd aan. Als ik de bedoeling van mijn gesprek uitleg, komt hij los en vertelt hij me van alles over zijn woonplaats. Hij weet veel. Zowel Maaike als ik reageren beduusd: zij kent hem niet, ondanks dat ze beiden al jaren in dit kleine dorpje wonen.

Hoe een glasbak kan verbroederen. En hoe in een klein dorpje mensen tot elkaar komen. Als iedereen zijn lege flessen heeft gedeponeerd, loop ik nog even terug naar de schommel om de laatste hand aan de schets te leggen. En mijmer ik hoe die twee kleine meiskes in de buggy hier over een korte tijd op dat wiptoestel zullen spelen. Onder de Spuise hemel. Hun haartjes wapperend in de Westerscheldewind.

Terwijl ik dit verhaaltje schrijf, ben ik weer in Italië. Ik trakteer mezelf op het laatste  glaasje uit de fles Amaro di Mulino. Mijn oog valt op het etiketje in rood, wit, groen. Een klein molentje tussen de cypressen.  Zal ik deze lege fles straks meenemen naar Nederland en ´m in de glasbak van Spui gooien?  Symbolischer kan het niet. Misschien kom ik Maaike tegen…

------------------------------------------------------------

(uit Alfa Romeo SCARB Klaverblaadje 159)




“Ben jij hier dan ook?”

In het  antwoord dat ik via mijn Messenger-pingel binnenkrijg, lees ik niet alleen verbazing. Ik voel zelfs een tikkeltje verontwaardiging, doorgeschakeld naar de vierde versnelling.  Ja, ik ben hier ook. En niet voor de eerste keer. Ik houd van de Mille Miglia. Ik houd van de trots  -doorgaans kunnen alleen de Italianen deze zo intens tentoonspreiden- die gedurende twee dagen alle zintuigen naar een soort hellingproef brengt. The sky is the limit. Een caleidoscopische ervaring van kleur, vorm, geur, geluid raast door de straten en ik geef me er aan over. Ik zwaai naar Nederlandse kentekens, brul af en toe een flard van het Wilhelmus en geef highfives in straatjes waar ik het glimmende, warme blik kan aanraken.

Zo gek is het ook weer niet. Volgens mijn moeder kwam ik bijna in een Citroen DS ter wereld. Ik was hun eerste, maar een late drammer. Dus dramde mijn moeder even hard terug. Mijn ouders hadden een garagebedrijf –ik noem geen merk- en vooruitstrevend danwel noodgedwongen stond mijn moeder niet op de loonlijst, maar was wel de onmisbare schakel in de business. Alles dat niets met techniek te maken had, maar alles met empathie, lag op haar bord. Zo bracht ze vaak klanten terug en na het maatschappelijke item (“zijn vrouw is net  overleden”) haalde één van de monteurs haar weer op. In die DS kreeg ze de echte weeën, maar gelukkig werd ik vlak achter de benzinepomp geboren, naast het kantoortje waar de klanten konden afrekenen en een rolletje pepermunt kregen.

Het was voor iedereen een schok. Niet allen dat ik een meisje was; ik  had een potloodje in mijn rechterknuistje. Mijn vader keek in de lucht naar de voortgang van het familiebedrijf. Hij moest toen al hebben gezien dat het potloodje niet geschikt was voor boekhoudkundige praktijken. Dan hadden ze me nog weg kunnen moffelen achter de stellage van poetsmiddelen. Nee. Dat potloodje voorspelde iets anders.

“Ben jij hier dan ook?”

De vraag komt via Messenger binnen nadat ik een tekening van de bloedmooie caffè-crema-liquoro-kleurige Alfa Romeo 6C 2500 sport cabriolet van Ad Branderhorst op Facebook heb geplaatst. Wat een juweeltje! Benjijhierdanook heeft een groot garagebedrijf –ik noem geen merk – ergens in Zeeland. Ik ken hem van de serviceclub. Nee, zoals hij mij kent, had hij me niet ingeschat op freak die met haar potloodjes en doosje aquarel in de straatjes van Buonconvento, Torrenieri en San Querico d’Orcia zich opwindt over al dat prachtige kostbaars dat langsrijdt.

En zo heeft iedereen zijn of haar secret pleasures…  Als een soort ultieme heldendaad stuurde ik Benjijhierdanook van dat grote  garagebedrijf –ik noem geen merk – ergens in Zeeland een aantal van mijn getekende Alfa’s. Echt niet om te pesten, hoor! Het was meer een reactie op zijn berichtje dat het in Brescia toch wel een beetje tegenviel… De euforie bij de finish bleef uit. Althans, hij had er iets anders van verwacht. Ik berichtte hem: “Kom volgend jaar naar hier.”

Terwijl ik hier in Italië helemaal ben gesettled en geniet van mooie auto’s en design, mijn potloodjes de goede weg vonden en mijn ouders nog twee zoons kregen die het autobedrijf  overnamen, ga ik ieder jaar naar de Mille Miglia.  Omdat ik houd van trots. En zelfs hier in de buurt spot ik af en toe een mooi collectors-item. Die zwarte met dat Nederlandse kenteken. Blijkt het mijn achterbuurman te zijn. U weet wel. Bert.

“Ben jij hier dan ook?”

“Ja! Ik zie je volgend jaar!”



de zwarte bella van Bert




zaterdag 22 april 2017

UIT DE SCHELDEXPRESS

In de rubriek

AGNES TEKENT & VERTELT ERBIJ... zomaar een impressie uit Zeeuws-Vlaanderen 

“Het is altijd weer spannend om bij een wildvreemd iemand aan te bellen en te kijken wat je kunt lospeuteren…”

Beeldend kunstenaar/schrijver Agnes den Hartogh woonde en werkte over de hele wereld, en is nu aangespoeld in Zeeland. Na zich wereldwijd te hebben laten verrassen door het leven en dit in beeld te hebben gebracht in diverse projecten, verhalen en kleurrijke impressies, verkent ze nu Zeeuws-Vlaanderen. De tekening is de aanleiding, de verhalen zijn soms hartverwarmend, waardevol, verbazingwekkend of emotioneel. 

Volgens Agnes: “Dit is één van de mooiste manieren om mensen te leren kennen: hun dorp, hun geschiedenis, hun leven.”

In de ScheldeXpress zullen  regelmatig illustraties met het verhaal verschijnen.


nummer 10 (15 maart)



Waar ben ik:       bij de kerk in Sint Kruis
Wat zie ik:           een houten beeld met een scheur in het hoofd*

“Nog léven, da’s beter dan een standbeeld!”

Het is zo’n miezerdag waarop de rubbers van de ruitenwissers langzaam heen en weer glijden en grijze strepen op de voorruit achterlaten. Niet de meest inspirerende zondag om Zeeuws-Vlaanderen te verkennen. Ik besluit het klassieke pijltje op de kaart te werpen. En zowel linksom als rechtsom kun je in Sint Kruis terechtkomen… De variant in België ligt vlak over de grens, bij Brugge. De Nederlandse net aan de andere van de streep. Beide Sinten hebben een rijke geschiedenis; die van Vlaams Sint Kruis begint op papier al in 1089. De Nederlandse analen startten aan het eind van de 12e eeuw.

Bij de markante Peperbusse sta ik oog in oog met een houten beeld. Het lijkt alsof de Brazilianen Paaseiland hebben aangevallen met een groot hakbijl. De waarheid is anders, lees ik op het begeleidende bord. Op zoek naar meer waarheden, in dit kleine dorpje. Op zoek naar leven, mensen en beweging beland ik in Café Zeelandia.

“Als je zo komt binnenvallen, is ’t altijd moeilijk opstaan, hé?” zijn de welkomstwoorden van de biljartende mannen. Ik probeer een praatje; wat men van het houten beeld vindt, wie mij er iets over kan vertellen… Greetje, de eigenaresse van de dorpskroeg komt naast me zitten en zegt met een geheimzinnige blik: “Hoe meer je weet, hoe meer je moet verantwoorden.” Dat is tenminste duidelijke taal. Op de schouw zie ik de drie bekende aapjes, met respectievelijk hun handen op hun oren, voor hun ogen en op hun mond. Greetje kijkt me even schuin aan en voegt toe: “Ik hoor hier nooit niks…”

Als ik wat vertrouwen heb gewonnen, komen er heus verhalen over het beeld: het is de in Sint Kruis geboren pater Gerard Paridaen die in de Braziliaanse regenwouden missiewerk deed. Voormalig pastoor van Breskens Omer Gieliet maakte het, nadat Paridaen overleed. Als eerbetoon. “Nog léven, da’s beter dan een standbeeld”, voegt Greetje er aan toe. Ja, nu willen de biljarters ineens wel praten. Ook over andere dingen.

Maar zoals ik juist leerde: : “Hoe meer je weet, hoe meer je moet verantwoorden.” Dus zoals ik plechtig heb beloofd, houd ik de gesprekken voor me.

(*overigens luidt de eerste regel van de tekst achterop het beeld van Pater Paridaen: “Ik ben verscheurd”)

__________________________________________________________________



 nummer 14 (17 april)


Waar ben ik:       in de buurt van Terhole
wat zie ik:           toch een klein ongelukje…

“Dan moet u de politie bellen…”

Een flinke worp en de pijl op de kaart van Zeeuws-Vlaanderen prikt ergens in het oosten. Ik heb geen idee wat me in Terhole te wachten staat. Achteraf zal blijken dat ik in een verkeerd gemonteerd TV-programma ben terechtgekomen: een kruising tussen Rijdende Rechter, Wegmisbruikers en Boer zoekt vrouw.

Ik bereid me niet voor. Ik weet ongeveer welke richting ik moet nemen, en hoe mooi is het om over slingerdijkjes en polderweggetjes Terhole in de verte zien liggen. Ik geniet van het ritme van de metershoge populierenrijen die met een liniaal zijn geplant. Maar probeer er dan maar te komen… Een vrachtwagen, tractor, ambulancebus, nog een vrachtwagen en een politieauto blokkeren de weg. En niet te vergeten: een elektrische fiets: deze staat midden op de Langendamsedijk. Het lijkt vrij simpel: als ik die fiets ietsje opzij zet, zou ik er met mijn auto langs kunnen. Op weg naar Terhole. Maar de ambulancebroeder is resoluut: ik kan terugrijden. Volgens de tractorman in overall is het niet ernstig: een fietser reed tegen een uitstekend stuk van de vrachtwagen. En nu wordt iedereen door de politie verhoord.

Dus benader ik Terhole via een andere weg. En voordat ik er weer uit ben, kom ik een aardige man tegen. “Het is een dertig-kilometerweg geworden, kijk!” Hij wijst naar de inhammetjes en perkjes op de Hulsterweg. Vroeger was het een drukke doorgangsroute. Toen het veer Kruiningen-Perkpolder nog voer. Sinds de rondweg is aangelegd, zou dit stukje Terhole een soort woonerf moeten worden, ver van de verkeersdrukte en ongevallen, 30 kilometer. “Er zijn hier wat ongelukken geweest…“ Hij wijst de andere kant op: daar reed een auto een huis naar binnen. Plotseling verschijnt een vrouw. Ze vraagt wie ik ben omdat ze een klacht over haar buurman wil indienen. Nee, ik ben niet van de gemeente. Ik ben slechts een passant die vanwege de maximumsnelheid van 30 km iets van Terhole ziet. De man antwoordt: “Dan moet u de politie bellen”. Ik zeg niks; die politie staat verderop een overall te ondervragen.
De aardige man wijst mij op een mooi groot huis een de andere kant van het dorp. Hij zegt: “Da’s misschien ook leuk om te tekenen,” ietwat gegeneerd en de boze vrouw negerend.
Het mooie huis blijkt de oude veearts-woning en ik tref op de stoep Charles. Hij is ook in overall, maar uitgerust met een gifspuit. Alsof de wereld buiten Terhole stilstaat, pakt hij minutieus alle onkruidjes tussen de tegels aan. Hij vertelt dat hij al negentig is. En al zestig jaar in dit huis woont. Ja, het is erg rustig in Terhole. Op dinsdag is de slager dicht. “En verder is d’r hier niet zoveel te doen, he.” voegt hij toe. Ik zeg niks. Ondanks dat de rust in Terhole al jaren is teruggekeerd, valt er hier toch heel wat te beleven!
_________________________________________________________



vrijdag 31 maart 2017

CHALLENGE ACCEPTED/UITDAGING GEACCEPTEERD


VRIJDAG 31 maart  2017
in het kader van CHALLENGE ACCEPTED
en het iend van het project MAART MAAKT VAART

De laatste dag van maart. Vandaag geen tekening van een schip. Behalve MAART MAAKT VAART  rond ik ook een ander project af: de Kinderkunstweek. Het Zeeuws Maritiem MuZEEum Vlissingen vroeg of ik workshops en lezingen wilde verzorgen voor basisschoolgroepen. Graag. De afgelopen twee weken zag ik heel veel kinderen, mocht ik ze verrassen, laten verbazen. 

Dus daarom vandaag een foto, gemaakt in 1973, volgens de achterkant. Een echte en gepassioneerde schoolfotograaf: hij zocht bij de outfit van ieder kind de juiste rekwisieten, in de juiste kleuren. Hoe mooi, hoe stijlvol. En hoe kon die man weten waar mijn prille kleutertoekomst zou eindigen? 

Deze weken kwamen in de social media verschillende kinderfoto's voorbij in het kader van Challenge accepted/uitdaging geaccepteerd. Hoewel de oorspronkelijke bedoeling een beetje is verloren gegaan, ben ik niet te beroerd om mijzelf middels deze prachtige kleurencompositie bloot te geven. Als je de kinderfoto van iemand liket/leuk vindt met een duim, moet je een foto van jezelf plaatsen. Met de mooie kindertekening van Auke gisteren, twee intensieve weken met schoolklassen voel ik me ook even weer helemaal klein en kind.

Ik bezocht een aantal scholen en gisteren keek ik stiekem even wat de tegenwoordige landkaarten doen. In mijn tijd was Roodeschool altijd het noordelijkste en laatste dorpje op de Wolters-Noordhoff-kaart. Toen was topografie nog heilig. En gelukkig! Verheugd zag ik dat Roodeschool nu vervangen is door Eemshaven. Heb ik toch nog een bruggetje om dit verhaal, deze reeks af te ronden.

Ik dank al die lieve mensen die hebben zo leuk op mijn verhalen en tekeningen hebben gereageerd. En ik dank iedereen die de afgelopen weken mij weer gelukkig maakten in mijn rol als juf, kunstenaar, illustrator. Het was fijn dat drie uit de serie van mijn kinderportretten tijdelijk een plekje in MuZEEum kregen. 

En als iemand je ooit vraagt of je een uitdaging wilt accepteren: altijd doen! 



impressies MuZEEum Vlissingen





donderdag 30 maart 2017

AUKE TEKENDE VLISSINGEN


DONDERDAG 30 maart  2017
een hele oude tekening uit 1962
Auke was 8
Ik zie de Scheldekraan, een schip in aanbouw, een sleepboot, nog een schip...

Mijn lieve Auke is vandaag jarig. Hoe ontroerend mooi dat ik dit project Maart maakt vaart mag afronden met iets dierbaars; een tekening die Auke maakte, nadat hij bij oma in Vlissingen had gelogeerd. Hij kwam er iedere zomer, soms in de herfstvakanties

Hij herinnert zich de bijzondere momenten: de tewaterlating van een pasgebouwd schip dat voorheen slechts een grote bak was. Een bak met niks. En een vakantie later zat alles er op en er aan.

Auke doet nogal nonchalant over zijn eigen creativiteit. Zijn talent zit in zijn hoofd. Zegt hij. Hij is beter in denken en problemen oplossen. En omdat hij geen vieze handjes wil krijgen, draait hij zich hard om als ik lessen aan het voorbereiden ben of bepaalde technieken uitprobeer. Je zult hem ook nooit met een verfkwast zien. 

Auke's moeder heeft al zijn tekeningen bewaard, de achterkant altijd voorzien van jaartal of leeftijd. Als ik door de stapel blader, zie ik opvallend veel schepen en bootjes, maar ook  veel abstracte werkjes in felle kleuren en grote vormen. 

In plaats van hem een cadeautje voor zijn verjaardag te geven, krijg ik er vandaag een. Volgens Auke is deze tekening op school gemaakt, hij herkent het aan het formaat papier. Auke groeide zijn kindertijd op in Amsterdam en ging altijd in z'n eentje met de trein naar Vlissingen. Toen dat nog gewoon kon.

"Maar had je alles dan zo goed op je netvlies? Dat je je belevenissen van Vlissingen naderhand nog zo goed kon tekenen?" Ik ben verbluft over de Scheldekraan, zo herkenbaar.
"Kijk, ik deed zelfs ook al met schaduw" zegt hij trots, terwijl hij op de zwarte krijtstrepen wijst.

Dankjewel, grote, kleine Auke!





woensdag 29 maart 2017

WHO'S AFRAID OF A FISH?


WOENSDAG 29 maart  2017
EBEN HAEZER VL17
van: Vlissingen
naar: Vlissingen
24 x 7 m

Vandaag een echte Vlissinger vissersboot. 

Maar dat is Wiesje (zie blog gisteren) ook! Wiesje reageerde erg leuk op mijn tekening en verhaal van gisteren en deelde op Facebook. Geheid angstige vissersmannen die blijkbaar geen vrouw aan boord dulden. Vissen is voor de mannen. Nou heren, ik lust heus Beerenburg, hoor!

Nee. Ik schreef gisteren dat ik wel een keer met Wiesje mee wilde varen. Maar dat was vooral bedoeld om het contrast met dat grote cruiseschip te illustreren. Zo'n megapoppenkast zou aan mij niet besteed zijn. Dan liever met groezelige Panamezen in een stapelbed naar Moermansk.

Nee, Wiesje. Ik kan niet vissen. En ik zal nooit vissen. Dus angstige vissersmannen: laat me lekker in een hoekje met mijn schetsboek zitten om jullie slagvaardige werp- en trekcapriolen vast te leggen.

Ik ben het vistrauma nooit te boven gekomen. Het was 1978, Uithuizermeeden. Mijn broertje en ik gingen vissen in het Meijster Maar. We hadden zelf een hengel gemaakt (ik denk van een stok en een katoenen draad uit mamma's Burda-voorraad) en we hadden werkelijk nog nooit gevist en geen idee wat de consequenties waren. Het leek ons spannend. Dat moet het zijn geweest.

Toen we beet hadden, schreeuwden we van angst, want geen van ons beiden durfde naar die spartelende vis op het droge te kijken, Laat staan dat we 'm durfden aan te raken. Mijn broer bedacht: als we 'm  maar lang genoeg door het zand slepen gaat 'ie vanzelf wel dood. En dan?

De vis ging niet dood. 

Gelukkig kwam Johannes Kooi langs. Als een echte vent haalde hij de vis van het katoen en gooide 'm terug in het water. En wij dropen teleurgesteld af. Een desillussie rijker.

Dus Wiesje: tip me als je een keer wat leuke, lenige mannen aan boord hebt. Schenk me een Beerenburg in en ik teken de vissen uit het water!






dinsdag 28 maart 2017

GROOTST vs WIESJE


DINSDAG 28 maart  2017


WIESJE
van: Vlissingen
naar: Vlissingen
10 x 4 m
KLEIN RECREATIEBOOTJE

Dit weekend werden de oldtimers bevrijd van hun winterkleed, dansten de eerste koeien in de wei, zag ik ondanks onaangekondigde rokjesdag de eerste blote benen op de boulevard.

En Wiesje. 

Mijn moeder appte vanmiddag een foto van een krantenbericht uit het Dagblad van het Noorden. Luxe cruiseschip arriveert vandaag. Een foto van een circusattractie.
Ik bel haar verrast en verbaasd op. Dit kan geen toeval zijn. Gisteren schreef ik hierover.

Nee, ze heeft mijn verhaaltje nog niet gelezen. En nee, dat gekke ding met die vier palen kwam niet langs. "Maar het was mooi weer vandaag, dus we zijn even naar de Eemshaven gefietst om die joekel te bekijken."  Ze vertelt dat er meer dan 4000 mensen op het schip passen. "Je moet mijn verhaaltje van gisteren lezen, mam!" zeg ik. Later appt ze terug: toeval bestaat niet.

Wiesje is daarentegen een lief, klein, schattig bootje. Volgens mij komt ze tevoorschijn als het mooi weer wordt. Er kunnen 10 passagiers aan boord, en Wiesje belooft een leuke visdag op de Schelde. Alles is verzorgd, hengels, lood, borreltje, soep en chocomel inbegrepen.

Ach, wat is Wiesje een mooi tegenhangertje in de lijn van het groot-groter-grootste cruiseschip. Een beter contrast kan ik niet verzinnen. Dus daarom vandaag een tekening van Wiesje. Ik wil een keer met Wiesje mee. Dit lijkt me puur en zuiver vermaak. 

 Ik check nog even op Shipfinder dat gekke dinge met die vier palen, de Neptune die ik gisteren spotte. Ik bel mijn moeder: "Vertraging, kijk rond 19.00 nog maar even."







maandag 27 maart 2017

EEMSHAVEN



MAANDAG 27 maart  2017
10.15  UUR

NEPTUNE
van: Antwerpen
naar: EEMSHAVEN
60 x 38 x 7 (draft) m
OFFSHORE CONSTRUCTION

Ik stuur mijn ouders even een appje: "Deze komt morgen rond 5 uur bij jullie langs." Toevoegen: tekeningetje.

Zeker weten dat ze morgen rond deze tijd het uitzicht in de gaten houden.  Vooralsnog zijn de weersvoospellingen goed, dus het zal helder genoeg zijn. Bovendien zullen deze vier pijlers hoog boven de dijk uittorenen; die kun je niet missen.

In mijn kindertijd was de Eemshaven vaste prik; op zondagmiddag werden de overtollige hypersensitive disorders door de wind uit onze kinderlijfjes geblazen en geschud en renden we vervolgens richting de rommelhoek op zoek naar flessenpost. Die we nooit vonden. In deze dijkkom spoelde alle troep van Borkum aan: kapotte teenslippers, lege flessen, afgesleten stukken steen en hout. Soms een dode zeehond.

Later werd het filerijden op zondag als een megacruiser 'in de haven' lag. In de tijd dat de cruiseboten groot-groter-grootst moesten worden, kwamen ze er in Emden achter dat zo'n bak niet  door de geul van de Eems paste. De onderdelen werden naar de Eemshaven verscheept waar vervolgens het schip werd afgebouwd. Dit trok zondagjesmensen! Zo'n joekel dat proportioneel groot boven de dijk uitstak, moest je van dichtbij zien. 

Ik denk dat -als het weer deze week goed blijft- mijn ouders wel even naar de Eemshaven fietsen. Om naar de Neptune te kijken. 

Voor ik het appje verstuur, voeg ik nog even toe: "moderne flessenpost uit Vlissingen!"