Rondes maken kansen waar,
flonkeren tussen den & groen.
Er is hier toch zo veel te doen
in de aanloop naar ’t nieuwe jaar.
Ik had uiteraard al veelvuldig
Sint’s stokpaard stiekem weggenomen,
verlangend naar kerst- en toverbomen
en als een kind geduldig
gewuifd naar timmerman en vreugdevuur,
werkend aan een winterstad onder
de zwarte Vlissingse wolken
-en zelfs op het laatste uur,
wonderstad en zo bijzonder-
deze stad te mogen bevolken.
Spijt hebben als je niet bent geweest
is een achteraf met weinig lef.
En als ik het champagneglas hef
bruisen de stad en ik het meest,
omdat de sterren zoveel toekomst geven.
We proosten op het nieuwe jaar;
met klagen zijn we even klaar
omdat we op mooie dromen zweven.
Alle lieve lezers wens ik in dit gedicht
het fraaist van de decembermaand
blijvend of naar verder gaand
maar kijkend naar het licht.
Geniet van het aanbod in de stad
Vergewis u van de nieuwste zaken.
En de plek met zoveel wonder
die geen andere wereld had
om uit te zijn, om Vlissingers te raken
met zoveel. Het kan niet zonder.