Over plekken in de stad die waren; plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.
Schatgraven op de Boulevard
November is in between. Weinig bijzonders, behalve dat ze de winter met een flinke duw naar voren schuift: de klok een uur terug, vroege zonsondergangen, lagere temperaturen. En zeker niet romantisch genoeg voor het decembergevoel. Toch weten zowel Vlissingers als de toeristen de Boulevard te vinden. Uitwaaien. De wind en golven trotseren.
Met de wind en golven laaien ook de discussies op mooi en lelijk. De grandeur van Grand Hotel les Bains, de wandelpier met paviljoen ter hoogte van de Leeuwentrap, het Strandhotel… De Pier verdween bijna tegelijk met de aanleg van de twee bunkers die onlangs werden verwijderd. Ze lagen het nieuwe hotel Britannia in de weg. Die Brit die door menig Vlissinger nu al het gestrande cruiseschip wordt genoemd. De kapitein die zich in de vaargeul vergiste en Boulevard Evertsen ramde.
“Als kleine meisjes plukten we kreukels van de paalhoofden en kookten die in zeewater in een blikje op het vuur. Nooit gehoord van Pfas en ze smaakten prima. Ook vingen we krabbetjes die wel eens in de brievenbus van minder aardige buren werden gegooid”, vertelt Aagje. Ze groeide als kind op in Vlissingen, verhuisde naar ver, maar is regelmatig terug in het ouderlijk huis aan de Boulevard. “Ja, die kreukels, wat waren die lekker!”
Over smaak valt niet te twisten.
De hongerige wandelaar kiest bij de kok van Solskin uit die woeste, kolkende november-Schelde: creuses op ijs of gegratineerd, platte oesters.
Intussen loopt Ryan met zijn detector op het strand op zoek naar kostbare schatten.
Lia vertelt: “Mijn vader was loods, maar beunde er op zijn vrije dagen bij; kelner in het Strandhotel.” Mijn moeder noemde het werk bij de loodsen ‘vaste armoede’: een vast inkomen, maar met een groot gezin was het te weinig. De ochtend na zijn hotelwerk was het een wedstrijd wie van de kinderen het eerst op was om de gleuven in het bankstel te controleren. “Pa ging ‘s avonds met dat keurig nette pak naar het hotel en de fooien gingen los in de broekzak. Als hij ’s nachts thuiskwam en nog even ging zitten, gleden er soms wat muntjes tussen de kussens”.
Ryan yan heeft niets bijzonders gevonden. “Enkel wat lipjes van blikjes. In de zomer komen er nog wel eens sleutels of sieraden naar boven”.
“Hadden ze het maar weer in oude staat gedaan, die gebouwen van vroeger zijn toch veel mooier? Dat was romantiek. En wat dacht je van die mooie pier die de Duitsers in de oorlog hebben afgebroken?” Een echte Vlissinger op het strand zwaait met zijn arm naar het gat waar binnenkort een nieuw hotel komt. “Nee, noem m’n naam maar niet. Er zijn er al zoveel die het niets vinden…” vult hij aan.
Over smaak valt niet te twisten.
Maar iedere wandelaar die wind, kou en storm trotseert, kan overal op de Boulevard terecht voor een lekkere koffie of warme chocolademelk.
Geniet van deze momenten, de gastvrijheid van de horeca-ondernemers, het uitzicht, de schepen, de ondergaande zon. Over smaak valt niet twisten, maar de Boulevards zijn mooi!