Vlisdingen &
misdingen
Over plekken in de
stad die waren, plaatsen met een verhaal.
Verloren Vlissings verleden als het nieuwe schoonheidsideaal.
Jo fietst iedere week wel een keer over het terrein.
Betonkisten, kranen, grondverzet. Kop van het Dok in aanbouw. Ook rest van het
Scheldekwartier heeft hij zien groeien. “Handwerk is er amper nog bij. En het
gaat razendsnel.” Hij wijst op Blok D van de Jan Weugkade, de Ketelmakerij.
Op de plek waar –na een brand- in 1882 een nieuwe machinefabriek verscheen (een ketelmakerij, smederij, kopergieterij en een scheepstimmerwerf) met Chrystal Palace-allure zijn de pas opgeleverde woningen aan de kade nagenoeg bewoond. Ze kunnen de goedkeuring van Jo dragen.
Als medewerker op de tekenkamer kende Jo de voormalige scheepswerf van binnen en buiten. “Ik ontwierp specialistische gereedschappen; ja, geen hamer of beitel, he? Dus ik kwam toen op alle plekken op het Scheldeterrein, omdat voor alle afdelingen speciale instrumenten gemaakt moesten worden”.
Kees is één van de bewoners van deze nieuwe Jan Weugkade,
waar de woningen zich qua architectuur kunnen spiegelen aan en mogen knipogen
naar de overkant, de voormalige zware plaatwerkerij. Indrukwekkende
raampartijen in staal memoreren het industriële verleden. “Het gaat hier mooi
worden!” Het grootste deel van zijn leven is hij Vlissinger en hij heeft alle
facetten van de scheepvaart meegemaakt. Hij prijst zich gelukkig op deze plek.
Het was een bewuste keuze om in de binnenstad te gaan wonen.
Hij ontvangt mij in de hoekwoning waar warme kleuren en prachtige schilderijen me omarmen. Voor iemand met een zeevaartachtergrond is de switch van Boulevard de Ruyter naar het Scheldekwartier wellicht ongebruikelijk, maar Kees en zijn vrouw genieten van de binnenstad. “Wat dat betreft zijn we stadsmensen! Alles lekker dichtbij, de sfeer van Vlissingen.” Hij herinnert zich de tijd dat de neuzen van de schepen boven de stad uitstaken, de tijd dat hij op de zeevaartschool zijn rangen haalde.
Niet alleen Kees voelt zich in deze nieuwe setting helemaal thuis. Ik spreek een aantal jongere bewoners die de verhalen van Jo en Kees slechts als verhalen kennen, maar deze generatie is wel met het maritieme van Vlissingen opgegroeid. Een aantal is werkzaam in de hedendaagse shipbuilding en ervaart dit nieuwe stukje Vlissingen als stoer.
Tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor het bouwrijp maken, kwamen de funderingsresten van de oude Ketelmakerij tevoorschijn. Museum Scheldewerf, de voormalige Verbandkamer, heeft in haar collectie een aantal prachtige foto’s van dit markante gebouw, waarvan -behalve een deel van de boogramen- helaas niets meer bewaard is gebleven.
Ik nodig alle Vlissingers uit dit historische deel van de binnenstad te komen bekijken. De nieuwe bewoners vertellen graag over het nieuwe en de vrijwilligers van Museum Scheldewerf graag over het oude!