WOENSDAG 29 maart 2017
EBEN HAEZER VL17
van: Vlissingen
naar: Vlissingen
24 x 7 m
Vandaag een echte Vlissinger vissersboot.
Maar dat is Wiesje (zie blog gisteren) ook! Wiesje reageerde erg leuk op mijn tekening en verhaal van gisteren en deelde op Facebook. Geheid angstige vissersmannen die blijkbaar geen vrouw aan boord dulden. Vissen is voor de mannen. Nou heren, ik lust heus Beerenburg, hoor!
Nee. Ik schreef gisteren dat ik wel een keer met Wiesje mee wilde varen. Maar dat was vooral bedoeld om het contrast met dat grote cruiseschip te illustreren. Zo'n megapoppenkast zou aan mij niet besteed zijn. Dan liever met groezelige Panamezen in een stapelbed naar Moermansk.
Nee, Wiesje. Ik kan niet vissen. En ik zal nooit vissen. Dus angstige vissersmannen: laat me lekker in een hoekje met mijn schetsboek zitten om jullie slagvaardige werp- en trekcapriolen vast te leggen.
Ik ben het vistrauma nooit te boven gekomen. Het was 1978, Uithuizermeeden. Mijn broertje en ik gingen vissen in het Meijster Maar. We hadden zelf een hengel gemaakt (ik denk van een stok en een katoenen draad uit mamma's Burda-voorraad) en we hadden werkelijk nog nooit gevist en geen idee wat de consequenties waren. Het leek ons spannend. Dat moet het zijn geweest.
Toen we beet hadden, schreeuwden we van angst, want geen van ons beiden durfde naar die spartelende vis op het droge te kijken, Laat staan dat we 'm durfden aan te raken. Mijn broer bedacht: als we 'm maar lang genoeg door het zand slepen gaat 'ie vanzelf wel dood. En dan?
De vis ging niet dood.
Gelukkig kwam Johannes Kooi langs. Als een echte vent haalde hij de vis van het katoen en gooide 'm terug in het water. En wij dropen teleurgesteld af. Een desillussie rijker.
Dus Wiesje: tip me als je een keer wat leuke, lenige mannen aan boord hebt. Schenk me een Beerenburg in en ik teken de vissen uit het water!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten