Het verhaal bij de tekening van vandaag:
waar ben ik: Walstraat, hoek Kleine Markt
wat zie ik: Twee panden waarvan slechts de gevels er nog staan.
Zwaar gestut met zwaar geschut.
Donderdag 24 november 2016
-langs bij Piet en Conny-
“En als onze kinderen kattenkwaad uithaalden, konden ze het tegenover
vanuit de kantoorruimtes zien.”
Ook dit is zo’n bijzonder stukje Vlissingen, dat vragen
oproept. Achter de gevels is niets, maar er moet toch minstens een verhaal
achter zitten? Ik kan me voorstellen dat veel Vlissingers er iets van vinden.
De zijkant, de voormalige inhoud van de twee huizen, lijkt
een betonnen golfplaat. Iemand heeft zijn
of haar best gedaan om met verf een boodschap achter te laten. In gotische
letters nog wel. De puien en ramen zijn dichtgetimmerd. Een klein beetje graffiti.
“Zijn ze nog niet omgewaaid? Laatst met die storm?” vraagt
Conny als ik de tekening laat zien. Zowel aan de voor- als achterkant houden
zware stalen balken de boel bijeen. Ze heeft de afgelopen decennia veel zien
afbreken en afbrokkelen in de stad. Haar man Piet en zij runden een
juwelierszaak, tegenover de twee gestutte panden waarvan de gevels als
beschermd stadsgezicht worden aangemerkt. Op de lege plek ernaast werd vroeger
de PZC gedrukt. Beneden waren de balies, en op de bovenetages werd het nieuws
gemaakt. In het begin woonden Piet en Conny in de Branderijstraat, maar later
boven de zaak. “En omdat we boven woonden, zaten we op dezelfde hoogte als de redacteuren
en verslaggevers. Ze konden bijna het beleg van ons brood eten…” Piet memoreert
de kinderen; de kattenkwaadleeftijd werd door de medewerkers van PCZ aan de
overkant vaak opgemerkt. Sociale controle uit de eerste hand, waarschijnlijk met geringe nieuwswaarde.
Een winkel met huishoudelijke artikelen, een apotheek, een
tijdelijke huisvesting van een warenhuis, een supermarkt, een boekhandel, een
nachtclub. Piet noemt alle bestemmingen van de panden. “Er heeft zelfs nog een
vliegtuigmuseum in gezeten, een idee van een Duitser,” vult Conny aan. En nu
staan er enkel alleen nog de gevels, in
een verloren staat, en in een bijna verloren straat.
Er waren vele ideeën over een nieuwe bestemming. Een passage. Menig projectontwikkelaar is er over gestruikeld. Of heeft
zich erover laten struikelen. Piet is van mening dat een goede publiekstrekker
een positieve uitwerking zou hebben op meer circulatie in de binnenstad, om het
zuidelijke stuk van de Walstraat in een doorloop te betrekken. “We zagen het zo’n
tien jaar geleden, toen de overkant als tijdelijke locatie voor een warenhuis
diende: je had veel meer loop in het centrum,” zegt Piet. Hij weet veel, van heel veel dingen in de stad. Voor
Vlisdingen moet je bij Piet zijn. Hij kan haarfijn uitleggen welke
ontwikkelingen er waarom in de stad hebben plaatsgevonden. Het maakt me
nieuwsgiering. Maar ik ben hier voor de gevels.
Ik ben heel erg blij met de input van Piet en Conny, niet in
het minst omdat ik van heel Vlissingen weer een stuk wijzer ben geworden. Mijn
dank is groot en tijdens mijn terugtocht realiseer ik me hoe ontzettend veel
verhalen achter de gevels zitten. En dus even zoveel emoties. En dat er veel van gevonden wordt.
Uiteraard hoop ik dat ik er ooit nog iets ga vinden. Wie weet gaat er dan toch nog een keer iets mee gebeuren. Met deze twee gevels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten