donderdag 3 november 2016

SCHOON

Het verhaal bij de tekening van vandaag: 

waar ben ik: in de Spuistraat
wat zie ik: een grote bak die de ruimte tussen een in tweeen gesplitste straat vult. De bodem van de bak is gegolfd. Ze zijn al een paar dagen bezig de aanslag van de bodem en de randen te reinigen.

3 november 2016

-langs bij Frans en Greta- 



Maar die golven zijn niet echt, hoor! Die golven niet

Ik zie een brede glimlach en een gezicht dat vraagt om een compliment. De medewerker van Orionis zet z’n hogedrukspuit even uit. “Mooi he?” en hij kijkt achterom naar de tientallen meters die de afgelopen dagen weer wit zijn gaan blinken in de spaarzame zon. Ik knik en steek mijn duim omhoog. “Het ziet er weer geweldig schoon uit” voeg ik toe. Hij zegt dat ze rond twaalven klaar denken te zijn. ’s Middags hoor ik van een medewerker van het stedelijk archief, dat de zojuist schoongemaakte waterbak oorspronkelijk als een soort kunstwerk was bedoeld. Het is alleen nooit uit de verf gekomen. Het waterpeil zou synchroon moeten lopen met het tij.

Mijn illustratie voor vandaag is klaar en ik ga op pad. Op zoek naar mensen die in de buurt van deze  waterbak wonen, de waterbak met betonnen golven die symbool staan voor de achterhaven die hier vroeger lag en is gedempt rond 1909. Toen heette het de Kaaskade, nu is het de Spuistraat. Wat kunnen zij mij erover vertellen? De oranje veiligheidsjassen van Orionis zijn inderdaad verdwenen, de klus is geklaard.

Tegenover de waterbak staan redelijk nieuwe appartementencomplexen. Ik kies de middelste. En als ik vervolgens 24 naambordjes zie, is mijn keuze snel gemaakt. Ik bel aan bij iemand met de naam Schets, hoe toepasselijk.  Schets blijkt Frans te zijn. En Frans is een lange, rustige man die zijn leven lang hier al in de straat woont, ja hij is er zelfs geboren. Nee, niet in dit huis. Dat stond er toen nog niet. Hij wijst naar links. En ja: er is een hoop veranderd. Die waterbak hoeft van hem niet zo. Gevaarlijk, want de betonnen golven zijn spekglad. “Als je er overheen loopt, knal je zo met je kop op zo’n golf. En de mensen met honden gebruiken het ’s avonds, nou je snapt het wel”. Zijn vrouw mompelt vanuit de keuken: “Maar die golven zijn niet echt, hoor!” Ik denk dat ze bedoelt dat in het oorspronkelijke plan het water had zullen golven… “En het moet een paar keer per jaar schoongemaakt worden” vervolgt Frans.

Maar hij is nog niet klaar. In zijn weinige woorden blijkt de herinnering aan de havens weg. Het Bellamypark omschrijft hij als ‘roestbakken met bossen hooi’ Dat kun je toch geen park noemen? Ik blader op mij Ipad om mijn gemaakte illustraties te laten zien. In de hoop dat er andere herinneringen of anekdotes komen. Ja, de Machinefabriek herkent hij meteen. Hij heeft bij de Schelde gewerkt. Als ik vertel over het beeld aan de Boulevard Evertsen dat ik gisteren tekende, pakt zijn vrouw een sigaret uit een transparant doosje en steekt ‘m aan. Het is slechts een klein steekje, maar ik voel iets van jaloezie. Ik vraag hoelang ze getrouwd zijn. Enige twijfel. Was dat vandaag? Nee donderdag, nee maandag. Maandag zijn ze 47 jaar getrouwd. Dat verdient een compliment van mijn kant.


Als ik terugloop, kijk ik nog even om naar de gereinigde, blinkende waterbak. En het tevreden gezicht van de hogedrukspuitman in oranje jas. “Mooi, he?” echoot het nog even na. “Jaja, we doen dit toch zeker twee keer per jaar.” Ik kan beamen dat er in ieder geval één iemand blij is met de waterbak. En besluit dat ik mijn tekeningetje vanavond ook naar Orionis zal mailen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten