Het verhaal bij de tekening van vandaag:
waar ben ik: in het atrium van verpleeghuis Ter Reede
wat zie ik: een gezellige bezoekzondag. Ik hoor
rammelende koffiekopjes, prettig geroezemoes.
Zondag 13 november 2016
-langs bij verpleeghuis Ter Reede-
“Kijk eens, pa. Daar heb je gewerkt, he?”
Op 12 maart 2012 was ik hier voor het laatst. Die dag stierf
mijn schoonmoeder langzaam, maar vredig, met aan beide zijden van het bed haar
twee zoons. Er waren verschillende redenen om Ma vanuit Zeeuws-Vlaanderen naar ‘de
overkant’ te verhuizen, zodat ze haar laatste stukje leven zo fijn mogelijk
mocht beleven. We hebben haar slechts een paar keer mogen bezoeken maar we gingen
altijd blij naar huis. Mijn tranen van onmacht en verdriet bij het afscheid in
het vorige verpleeghuis veranderden in Ter Reede in tranen van dankbaarheid en
opluchting. En ondanks dat het slecht ging met Ma, leek ze op te knappen. Ze
noemde zelfs nog een keer Auke’s naam, iets wat ze al jaren niet meer had
gedaan.
Nu ik in Vlissingen woon, móet ik een keer terug naar Ter Reede, al is
het alleen maar om nog een keer te herhalen hoe geweldig Ma daar behandeld is.
Het is een grijze zondag. Maar iedere zondag is
bezoekzondag.
De receptioniste luistert aandachtig naar mijn verhaal en bekijkt
mijn tekeningen. Als ik het atrium binnenstap, komen allerlei vertrouwde
herinneringen naar boven. Men doet hier zo veel mogelijk zijn en haar best om
het voor iedereen bijzonder aangenaam te maken
Ik zie aan een van de tafeltjes een familie, vier generaties. Het lijkt alsof ik de laatste weken een extra zintuig voor lieve mensen heb ontwikkeld, want als ik ze aanspreek, mag ik er meteen bij komen zitten. Bij iedere tekening hebben ze een verhaal. Herkenning alom. Toon is de man voor wie het bezoek is gekomen. “Daar heb je altijd gewerkt, he pa?” zegt Dimphy tegen haar vader als ik de tekening van de machinefabriek en het oude Scheldeterrein laat zien. Hij werkte jarenlang bij de Schelde in het transport. De familie startte in Vlissingen –zoals velen na de oorlog- in het Havendorp, ten noorden van de Buitenhaven waar vanaf 1946 noodwoningen en barakken werden gebouwd. Er was groot gebrek aan bewoonbare huizen. Veel Vlissingers van vlak na de oorlog zijn in ‘t Avedurp geboren, waaronder Dimphy. Izaak, de man van Dimphy is benieuwd naar mijn ervaringen tot nu in Vlissingen en we praten over mentaliteit, aanpakken, ‘niet lullen, maar poetsen’.
Achterkleindochter kijkt mee naar mijn illustraties; ze
heeft voor overgrootvader Toon ook twee tekeningen gemaakt, maar deze liggen boven,
op zijn kamer.
Als ik naar buiten loop, spreekt de receptioniste me nog
even aan. Ik beloof haar dat ik mijn tekening en verhaal zal mailen. Ze vraagt
of ik contact wil opnemen met het hoofd van de activiteitenbegeleiding.
Misschien is het leuk mijn illustraties van Vlissingen een keer te laten zien.
Wie weet wat voor herinneringen het bij de bewoners oproept. Ik knik, ik heb het
zojuist ervaren met overgrootvader Toon.
En weer zie ik dat moment waarop Ma
tijdens ons een-na-laatste bezoek in Ter Reede in een vlaag van herkenning Auke’s
naam noemde. Of hoe verbeelding kan spreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten