Het verhaal bij de tekening van vandaag:
waar ben ik: 1e Binnenhaven
wat zie ik: Boeien. Vooralsnog reikt mijn vocabulaire niet
verder. Daar zal in de loop van de dag verandering in komen.
woensdag 23 november 2016
-langs bij Adri-
“Dat betekent oost, dus als je de rivier opvaart, moet je de
ton aan de oostzijde passeren.”
Het zit vandaag niet mee. Bij het eerste huis waar ik aanbel,
tref ik een joviale kletser, maar juist een minuut ervoor is er familie op
bezoek gekomen. En ze hebben elkaar al heel lang niet gezien. Of ik een andere
keer terug wil komen. Helaas; dat zijn niet de spelregels. De volgende dan
maar. Een oude man doet open. Ik kan op mijn kop gaan staan, maar hij laat me
er niet in. Ik wijs in de richting waar ik woon, toon mijn kaartje. Nee. Hij
laat me er niet in. “Dat lieten ze vorige week ook zien, zo’n kaartje. Maar het
bleek allemaal nep.” Hij had een nare
ervaring. De politie is erbij geweest. Het spijt hem, maar hij en zijn vrouw
hebben afgesproken: we laten er niemand meer in. Daarna tref ik aardige mensen,
maar ze komen niet van hier. Het thema van vandaag is nogal specifiek en ik
hoop op iemand met kennis van zaken. De man die me niet binnenliet, verwees me
naar oude zeeman. Maar die is niet thuis.
Dan zie ik gelukkig Adri lopen. Ik
ken hem een beetje, en ik weet dat hij een echte Vlissinger is. Vooruit dan
maar. Hij woont al vanaf 1983 aan de Boulevard. Waarom? Omdat je als Vlissinger aan de Boulevard wilt wonen.
Vanochtend bracht ik mijn ouders naar het station en wat
daar tegenover ligt, was me al eerder opgevallen. Het kleurenpalet spreekt me
niet zo aan. Teveel reggae. Het ritme van de compositie is des te interessanter.
Op het eerste gezicht lijken ze qua vorm allemaal op elkaar, maar zo al
schetsend zie ik veel verschillen. En tot dan toe denk ik dat ik met boeien te
maken heb.
“Ah, de nieuwe loodskotter” zegt Adri als ik hem de
tekening laat zien. Hij is niet beroepsmatig actief geweest op het water, maar
hij weet er wel verrekt veel van af. Hij tekent voor mij de cardinale
markering. Hij wijst naar de ton, vrijwel recht voor ons in de Westerschelde.
Daar ligt een wrak. Het was een oud kolenschip, vastgelopen en daarna
doormidden geknikt. Adri weet het nog. “Ik zal een manneke van 3, 4 jaar
geweest zijn.”
“Mijn broer heeft altijd op de betonning gewerkt.” De Frans
Naerebout is een van de schepen die de tonnen vervangt na een aanvaring. Of de
solars vervangt. De peilboten checken geregeld de diepte, dus soms moet een ton
een stukje naar links of rechts van de vaargeul. Ons baken van de
kolenwrakschip heeft een kegel met de punt omhoog en een punt naar beneden. “Dat
betekent oost, dus als je de rivier opvaart, moet je de ton aan de oostzijde
passeren.” Een nieuwe navigatiewereld gaat voor me open.
Een van de doelstellingen van dit project was, dat ik met
andere ogen ging kijken. Dat lukt steeds. Het is fijn om tijdens het tekenen
een soort aandachtsmoment te creƫren waar je doorgaans te snel aan voorbijgaat.
En als alles dan ook nog betekenis krijgt; helemaal interessant. Ik kijk nog even naar mijn tekening. Als je er heel snel met je ogen overheen waait, zie je een stadgezicht, links een gele kerk met zwarte toren en rechts bijzonder creatieve architectuur. de stad van de navigatie.
Groen = rechts = stuurboord, rood = links = bakboord. En
geel = afbakening bijzonder gebied. En mijn boei heet dus ton. Adri komt even niet op naam van die andere markeringen. Het
begint met een l. Ja, de laterale markering.
“Als je nog wat wilt weten, trek je maar aan de bel, he?” zegt
Adri als ik afscheid neem. Dankje voor deze info!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten