Het verhaal bij de tekening van vandaag:
waar ben ik: Grote Markt
wat zie ik: het schoolplein van de Frans
Naereboutschool; speelkwartier. Een meisje leest een ander meisje de les. Kijk, dat vingertje.
Vrijdag 18 november 2016
-langs bij Wim en Truus-
“Er was een
gymnastiekzaal, maar die werd bijna niet gebruikt. We moesten altijd naar
buiten, tikkertje, verstoppertje. Zo moest je aan je beweging komen.”
Op de doordeweekse dagen hoor of zie ik ze vaak: de kinderen
van de Frans Naereboutschool die krioelend hun speelkwartier beleven. Alle
energie mag er even uit. Bepaalde trends zijn aan mij voorbijgegaan, te lang in
het buitenland verbleven. Ik zie een jochie van een jaar of 8 op zijn schoenen
glijden. Ik kijk nog eens. En nog eens. Zie ik dat goed? De knul laat trots de
onderkant van zijn sneakers zien: onzichtbare wieltjes!
De basisschool staat op de Grote Markt, van oorsprong een
historische plek: hier stond een prachtig stadhuis, dat in 1809 door de Engelse
Vloot werd beschoten met brandraketten. Het pand brandde in 4 uur helemaal af. Nu
zie ik twee pittige meisje een andere brandende kwestie ‘uitvechten’.
Tegenover de basisschool staat een vrij nieuw
appartementencomplex. Ik zie een man op zijn balkon rommelen en ik roep naar
boven. Of hij toevallig op deze school heeft gezeten? Ja! Wat heb ik een geluk
vandaag. Ik mag boven komen. Als hij opendoet, vraagt hij van wie ik ben. Ik
zeg: “Van mezelf.” Zijn vrouw Truus maakt soep. De balletjes zijn net gedraaid
en de champignons in kwarten gesneden. Maar die soep kan wel even wachten. We
gaan aan tafel zitten en Wim begint te vertellen. Zijn vader werkte bij de
gasfabriek in de Paardenstraat. Ja, hij
heeft hier op school gezeten. De klassen waren groot, soms wel 52 kinderen in 1
lokaal. “Er was een gymnastiekzaal, maar die werd bijna niet gebruikt. We moesten
altijd naar buiten, tikkertje, verstoppertje. Zo moest je aan je beweging
komen.” En kleine Wim liep elke dag twee keer heen en weer van de Palingstraat,
waar het gezin woonde. Een school dichter in de buurt was er niet. Hij
herinnert zich meester Bil. Zowel Truus als hij moeten weer lachen om zijn naam.
Wim en Truus hebben jarenlang in Brabant gewoond, vanwege
Wim’s werk bij de Gasunie. Ze wonen hier nog niet zo lang, maar het was onbetwist
dat ze weer terug zouden gaan naar Vlissingen, als echte Vlissingers. En wat is
er veel veranderd. Truus vertelt over de binnenstad. Wat nu de winkelstraten
zijn, daar woonden vroeger gezinnen in kleine huisjes. Van de Noordstraat zijn
nog maar twee huisjes over. “We zijn daar getrouwd, in zo’n feestzaaltje”
vertelt Wim. Truus beaamt, iedereen trouwde daar in die tijd. Dat is 53 jaar
geleden. “En ze woonde notabene vlak achter de Palingstraat, de Koudenhoek.”
Maar Truus zat op een andere school, de R.K. Meisjesschool, echter in dezelfde
straat.
Wim en Truus vinden het leuk om naar mijn tekeningen te
kijken. Iedere illustratie roept een associatie of herinnering op. “Heb je
daarvoor doorgeleerd?” vraagt Wim. “En waar kan ik dat nu zien?” De computer
zit verborgen in het dressoir. Truus geeft me de muis en ik tik in de balk de URL van mijn blogspot. Kunnen ze straks even op hun gemak verder kijken.
Terug naar huis is het schoolplein stil en verlaten. Zo
verrast ik was bij het zien van die malle rolschoenen vanochtend, zo verrast
moeten Wim en Truus iedere keer zijn geweest als ze vanuit Brabant een bezoek
aan Vlissingen brachten. Hoe snel dingen kunnen veranderen.
Ik schat zo in dat ze ondertussen mijn verslagen hebben
gelezen. Dit verhaaltje is nu klaar en gaat zo de lucht in. Nu maar hopen dat ze de functie van de F5-knop kennen: verversen.
Anders verandert er niets en komt dit verhaal niet binnen. En zo ja: hoe snel dingen kunnen veranderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten