Het verhaal bij de tekening van vandaag:
waar ben ik: Op de pier Keizersbolwerk
wat zie ik: een rood fragiel
gietijzeren vuurtorentje deeluitmakend van het Keizersbolwerk. Het torentje is
gebouwd in 1891 en samen met de rest van het bolwerk een rijksmonument.
Het staat bovenaan mijn favo-te-tekenen-list, maar ik heb de drang een week weten te
onderdrukken.
Woensdag 9 november 2016
-langs bij Jan en Kitty-
”… en als we dan huiswaarts reden en de torens in de verte zagen,
zeiden de kinderen: we zijn bijna thuis”
Gisteren had ik mijn ouwehoeruurtje met de heren van het
bankje. Omdat het mooi weer was, wilde ik het rode gietijzeren vuurtorentje
tekenen, het historische baken van Vlissingen. Zo fijn als filigraan. Een van
de mannen riep dat ik het vanaf het water moest tekenen. Ik vroeg of hij dan
een bootje voor mij regelde. Nee, hij bedoelde het doorgangetje bij de
kazematten en dan helemaal de pier aflopen. Dan had je het mooiste zicht op de ‘vuurtoren.’
Destijds het baken voor de scheepvaart. Hij had gelijk. Mooier kon ik het niet
vinden.
Daarna wandel ik naar
Jan. Hij woont helemaal aan het eind van het blok en ik zwaai altijd als hij
met zijn rollator langskomt. Hij heeft iets toegankelijks in zijn gezicht. Dus
ik durf het aan. Nog voor ik op de bel druk, doet hij de deur al open. Ik ben
helemaal verbaasd en vraag of hij mij verwachtte. “Ja, want je had beneden op
de bel gedrukt” Ik zeg dat ik dat niet was, want ik woon hier op de galerij.
Hij antwoordt dat hij dames verwacht. Helaas, ik ben het niet. Ik zie een
andere vrouw richting Jan’s deur lopen. Zij is degene die beneden belde om
binnen te komen. Maar ik mag het vanmiddag weer proberen, verzekert Jan.
Tenminste: als ‘zij’ weg zijn.
Als ik het aan het einde van de middag weer probeer (‘zij’
zullen nu toch wel weg zijn…) ben ik van harte welkom. Jan opent de deur met
zijn smartphone in zijn hand. Ik verontschuldig me op voorhand: ik zit
eigenlijk al twee uur op een berichtje uit Laos te wachten (Auke had een
meeting waarvan je vanalles kunt denken danwel waarvan je vanalles niet kunt
verwachten) Mocht hij bellen –tijdsverschil-, moet ik even opnemen. “Ja, hoor.
Ik heb zelf ook zo eentje” antwoord Jan begripvol, terwijl hij met zijn vinger
over het scherm veegt.
Mijn voelsprieten omtrent toegankelijkheid blijken te
kloppen. Welkom is welkom. Jan en Kitty zijn geen echte Vlissingers, maar ze
wonen hier al heel lang. Jan vertelt dat hij altijd bij de PZEM heeft gewerkt. De dames die hij vanochtend op
bezoek had, waren er om hem te interviewen. Volgende week woensdag zendt de
lokale TV er een reportage over de geschiedenis van PZEM (Provinciale Zeeuwsche
Electriciteits Maatschappij) uit. Vandaag hebben ze Jan en zijn verhaal gefilmd
en morgen komen ze bij de reünie van oud-werknemers om opnames te maken. Jan
heeft het bedrijf zien groeien en begint over de twee torens, de schoorstenen, de
pijpen van PZEM, die jarenlang als een
soort onmiskenbaar herkenningspunt fungeerden en een baken van thuishaven symboliseerden.
“Ik ben een keer in een van de torens geklommen -128 meter- hoog om foto’s te maken.
Ik zag alles, helemaal rond.” Ik zie in gedachten deze broze en tegelijkertijd krachtige
man, bovenop een van die schoorstenen, met zijn camera.
En ik realiseer me dat
deze twee logge schoorstenen voor veel Vlissingers veel belangrijker zijn geweest
dan mijn getekende filigraan-vuurtoren in het rood. Jan memoreert: “Als we dan in de Randstad
waren geweest en weer op Walcheren kwamen, zagen de kinderen vanaf de achterbank de twee schoorsteenpijpen. Dan
waren we bijna thuis.” Ik vind op Youtube filmpjes over de ‘val van de pijpen’.
Er was enig explosief voor nodig, maar ze vielen de goede kant op.
Jan heeft zijn smartphone weer ter hand genomen. Hij wil me
foto’s laten zien van de fantastische zonsondergangen en wolkenluchten. Bijzonder
om die mooie herinneringen te delen. Ook ik heb ze de afgelopen weken
waargenomen. Ik dacht dat je ze niet op je smartphone kon vastleggen. Jan kan
het wel.
Durf ik het? Jan vragen hoe oud hij is? Hij antwoordt: “Dat mag je vragen.” Ik vind het geweldig dat iemand op leeftijd zo met de tijd
meegaat. Dus ik vraag het hem. Hij antwoordt: “93.” Ik ga volgende week woensdag
naar de uitzending over PZEM kijken. Kitty voegt toe: “Het wordt dan ieder uur
herhaald.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten